De nieuwe toegangsregels voor de Tweede Kamer roepen de nodige discussie op bij lobbyisten. Vanaf begin maart krijgen zij alleen nog een pas voor de 'semi-openbare' ruimte en kunnen ze niet meer vrij rondlopen in de wandelgangen. BVPA-voorzitter Jaap Jelle Feenstra wil van de Tweede Kamer-organisatie weten welke afwegingen ten grondslag liggen aan het besluit. Ook wil hij in gesprek over een ruimere en eenvoudigere aanvraagprocedure voor de lobbypas.
Deze week liet de organisatie van de Tweede Kamer aan alle lobbyisten die over een lobbypas beschikken en de BVPA weten dat er na het Krokusreces een nieuwe regeling gaat gelden: met zo’n lobbypas krijgen deze regelmatige bezoekers van het Kamergebouw een ‘klantvriendelijke’ toegang tot de semi-openbare ruimte. Feenstra: “We zijn er vooral bij gebaat dat lobbyisten als vaste en betrouwbare bezoekers niet iedere keer door de omslachtige controle moeten, aansluitend bij schoolklassen en verenigingen, tasjes openen etc.. Zeker als je rond een urgente zaak vaak meerdere afspraken per dag hebt, is dat lastig en tijdrovend. Dat we voor de verdere toegang tot het beveiligde deel van het gebouw voortaan over een afspraak moeten beschikken, is een serieuze beperking. Ik hoor graag van de Tweede Kamer waarom dit nodig is. Zijn er klachten over lobbyisten? Spelen er veiligheidsissues? Bij de BVPA is daar niets over bekend. Een professionele lobbyist gaat gericht te werk en wil niet rondbanjerend in de wandelgangen afhankelijk zijn van toevallige ontmoetingen.”
Aanvankelijk had het Presidium van de Tweede Kamer het voornemen om het pasjessysteem voor lobbyisten geheel te beëindigen, zodat zij gewoon als bezoekers achter aan de rij zouden moeten aansluiten. In overleg met de BVPA is dit teruggedraaid. Feenstra: “Er ligt namelijk een Kamerbrede motie van CDA-Tweede Kamerlid Amhaouch, ingediend bij het debat over de nota “Lobby in Daglicht”, om het vertrouwen te versterken en een eenvoudige toegang te bieden aan lobbyisten en belangengroepen. In mei vorig jaar hebben we een brief aan Presidium verstuurd voor overleg over de uitvoering van de motie. Dat heeft geleid tot overleg in oktober. Blijkbaar hebben we overtuigend kunnen aangeven dat de BVPA staat voor de groep van professionele lobbyisten die zich, conform afgesproken gedragsregels, correct gedragen. In het debat over de nota “Lobby in Daglicht” hebben eigenlijk alle fracties aangegeven de informatie van lobbyisten nodig te hebben en te waarderen om tot afgewogen besluitvorming te kunnen komen. Dan ligt het ook voor de hand dat we op een gastvrije ontvangst mogen rekenen, met zo weinig mogelijk tijdsverlies en herhaald inspectie-gedoe. Gelukkig is het afschaffen van de lobby-pas nu van de baan en krijgen we een gastvrije toegang om van daaruit via afspraken contact te onderhouden met fractiemedewerkers en Kamerleden. Dat is van belang voor veel lobbyisten. Maar we willen ook weten waarom de regels zijn aangescherpt.”
Daarbij wijst Feenstra op de aparte regeling voor oud-Kamerleden, die met hun pas wel vrij toegang houden tot het besloten gedeelte van het Kamergebouw. “Deze Kamerpas is vooral bedoeld om voormalige en huidige Kamerleden contact met elkaar te kunnen laten houden. Begrijpelijk, als je daar jaren intensief hebt gewerkt. Maar het is ons niet duidelijk waarom er dan security-beperkingen voor lobbyisten moeten gelden. Daarbij komt dat een groep oud-Kamerleden nadien zelf lobbyist is geworden. Deze pashouders moeten prudent met hun pas omgaan, want contacten tussen oude en nieuwe collega’s kunnen gewaardeerd worden, maar iemand overvallen met een directe lobbyboodschap valt bepaald niet bij iedereen goed. Met onbedoeld en ongewenst gedrag diskwalificeert deze lobbyist zichzelf en een weldenkend Kamerlid weet daarin het juiste onderscheid te maken. Maar we missen een toelichting over dit opmerkelijke verschil. ”
De BVPA gaat in nader overleg met de Tweede Kamer over de uitwerking van het nieuwe toegangssysteem. “Hoe gaat het werken, over welke ruimtes hebben we het? Daarbij geeft de Tweede Kamer aan dat er voortaan maar één pas wordt uitgegeven per organisatie, of zelfs per categorie van belangenorganisaties. Ook daarover willen we in gesprek: waarom is dat nodig? Wij vinden dat de procedure voor het aanvragen van de lobbypas juist ruimer en eenvoudiger moet. Misschien is het een idee dat BVPA’ers die tweejaarlijks het Handvest ondertekenen en 5 Masterclasses doorlopen een lobbypas krijgen, met als sanctie dat deze pas vervalt bij klachten over ongewenst gedrag en overlast. Daarover ga ik graag met het Presidium in gesprek.”
Aanvankelijk had het Presidium van de Tweede Kamer het voornemen om het pasjessysteem voor lobbyisten geheel te beëindigen, zodat zij gewoon als bezoekers achter aan de rij zouden moeten aansluiten. In overleg met de BVPA is dit teruggedraaid. Feenstra: “Er ligt namelijk een Kamerbrede motie van CDA-Tweede Kamerlid Amhaouch, ingediend bij het debat over de nota “Lobby in Daglicht”, om het vertrouwen te versterken en een eenvoudige toegang te bieden aan lobbyisten en belangengroepen. In mei vorig jaar hebben we een brief aan Presidium verstuurd voor overleg over de uitvoering van de motie. Dat heeft geleid tot overleg in oktober. Blijkbaar hebben we overtuigend kunnen aangeven dat de BVPA staat voor de groep van professionele lobbyisten die zich, conform afgesproken gedragsregels, correct gedragen. In het debat over de nota “Lobby in Daglicht” hebben eigenlijk alle fracties aangegeven de informatie van lobbyisten nodig te hebben en te waarderen om tot afgewogen besluitvorming te kunnen komen. Dan ligt het ook voor de hand dat we op een gastvrije ontvangst mogen rekenen, met zo weinig mogelijk tijdsverlies en herhaald inspectie-gedoe. Gelukkig is het afschaffen van de lobby-pas nu van de baan en krijgen we een gastvrije toegang om van daaruit via afspraken contact te onderhouden met fractiemedewerkers en Kamerleden. Dat is van belang voor veel lobbyisten. Maar we willen ook weten waarom de regels zijn aangescherpt.”
Daarbij wijst Feenstra op de aparte regeling voor oud-Kamerleden, die met hun pas wel vrij toegang houden tot het besloten gedeelte van het Kamergebouw. “Deze Kamerpas is vooral bedoeld om voormalige en huidige Kamerleden contact met elkaar te kunnen laten houden. Begrijpelijk, als je daar jaren intensief hebt gewerkt. Maar het is ons niet duidelijk waarom er dan security-beperkingen voor lobbyisten moeten gelden. Daarbij komt dat een groep oud-Kamerleden nadien zelf lobbyist is geworden. Deze pashouders moeten prudent met hun pas omgaan, want contacten tussen oude en nieuwe collega’s kunnen gewaardeerd worden, maar iemand overvallen met een directe lobbyboodschap valt bepaald niet bij iedereen goed. Met onbedoeld en ongewenst gedrag diskwalificeert deze lobbyist zichzelf en een weldenkend Kamerlid weet daarin het juiste onderscheid te maken. Maar we missen een toelichting over dit opmerkelijke verschil. ”
De BVPA gaat in nader overleg met de Tweede Kamer over de uitwerking van het nieuwe toegangssysteem. “Hoe gaat het werken, over welke ruimtes hebben we het? Daarbij geeft de Tweede Kamer aan dat er voortaan maar één pas wordt uitgegeven per organisatie, of zelfs per categorie van belangenorganisaties. Ook daarover willen we in gesprek: waarom is dat nodig? Wij vinden dat de procedure voor het aanvragen van de lobbypas juist ruimer en eenvoudiger moet. Misschien is het een idee dat BVPA’ers die tweejaarlijks het Handvest ondertekenen en 5 Masterclasses doorlopen een lobbypas krijgen, met als sanctie dat deze pas vervalt bij klachten over ongewenst gedrag en overlast. Daarover ga ik graag met het Presidium in gesprek.”