Op vrijdag 18 september wordt in de VS bekend dat de software van Volkswagen de rollenbank herkent. Door het vervolgens in de keuringstesten afschakelen van bepaalde technieken kunnen gunstige emissiecijfers worden getoond. Het openbaren van deze op zichzelf knappe ICT-techniek maakt Dieselgate wereldwijd tot chefsache, waarbij Winterkorn vertrekt en Merkel onderzoek eist.
En zoals bij menig crisis wordt onmiddelijk gestart met het aanwijzen van schuldigen.
Al snel komen de berijders van hobby-paarden met hun voorspelbare reacties aan: het is de schuld van de autolobby, ze is te machtig, het zijn er te veel. In Brussel lopen 43 lobbyisten van VW, 14 van Daimler en 8 van BMW. In de NRC van 29 sept 2015 roept Euro-parlementariër Eickhout: we moeten kritisch na gaan denken over de invloed van lobbyisten in Brussel. En met deze we-oproep bedoeld hij duidelijk zijn collega-parlementariërs, want in hetzelfde interview geeft deze Groen Linkser aan dat de autolobby bij hem niet aan de deur klopt. Daarmee verwijst Eickhout naar een waardevol kenmerk van ons politiek systeem: politici bepalen zelf of ze open staan voor bepaalde lobby-gesprekken of niet. En wat ze vervolgens met de aangereikte informatie doen. Juist voor deze politieke weging hebben we onze volksvertegenwoordigers gekozen. Ik vind het getuigen van zelfbewustzijn en een wapen tegen vooringenomenheid als onze politici daarbij nadrukkelijk open staan voor de lobby uit alle richtingen en sectoren: ken zowel de boodschap van de lobbyisten uit de gezondheid- en milieusector als van de autofabrikanten. Juist om eenzijdige pleidooien voor het uitsluitend vertragen van maatregelen en het afzwakken van normen aan de kaak te kunnen stellen, maar ook om te voorkomen dat het stapelen van onhaalbare ambities een perverse prikkel gaat vormen, die onwelkom gedrag kan uitlokken. Bij briljante innovaties en klinkende resultaten mag de bedrijfsleiding alle verantwoordelijkheid dragen, bij aperte misstanden moet ze dat doen, maar schiet niet op de lobbyist als boodschapper!
Jaap Jelle Feenstra – voorzitter BVPA.
Al snel komen de berijders van hobby-paarden met hun voorspelbare reacties aan: het is de schuld van de autolobby, ze is te machtig, het zijn er te veel. In Brussel lopen 43 lobbyisten van VW, 14 van Daimler en 8 van BMW. In de NRC van 29 sept 2015 roept Euro-parlementariër Eickhout: we moeten kritisch na gaan denken over de invloed van lobbyisten in Brussel. En met deze we-oproep bedoeld hij duidelijk zijn collega-parlementariërs, want in hetzelfde interview geeft deze Groen Linkser aan dat de autolobby bij hem niet aan de deur klopt. Daarmee verwijst Eickhout naar een waardevol kenmerk van ons politiek systeem: politici bepalen zelf of ze open staan voor bepaalde lobby-gesprekken of niet. En wat ze vervolgens met de aangereikte informatie doen. Juist voor deze politieke weging hebben we onze volksvertegenwoordigers gekozen. Ik vind het getuigen van zelfbewustzijn en een wapen tegen vooringenomenheid als onze politici daarbij nadrukkelijk open staan voor de lobby uit alle richtingen en sectoren: ken zowel de boodschap van de lobbyisten uit de gezondheid- en milieusector als van de autofabrikanten. Juist om eenzijdige pleidooien voor het uitsluitend vertragen van maatregelen en het afzwakken van normen aan de kaak te kunnen stellen, maar ook om te voorkomen dat het stapelen van onhaalbare ambities een perverse prikkel gaat vormen, die onwelkom gedrag kan uitlokken. Bij briljante innovaties en klinkende resultaten mag de bedrijfsleiding alle verantwoordelijkheid dragen, bij aperte misstanden moet ze dat doen, maar schiet niet op de lobbyist als boodschapper!
Jaap Jelle Feenstra – voorzitter BVPA.