Wat kan een WhatsApp-groep betekenen voor public affairs professionals, naast de nodige humor in memes en borrelpraat? De BVPA besloot om het te vragen aan Robbert Baruch, manager Public Affairs bij Buma/Stemra en oprichter van de WhatsApp-groep Lobbyist Connection. Wanneer we hem spreken is hij net een lezing aan het voorbereiden over de Joodse geschiedenis van de Haagse binnenstad. Zijn liefde voor geschiedenis en motorrijden zorgen in zijn vak altijd voor een gevarieerde gespreksstof. "Sfeermaker, misschien moet ik dat op mijn visitekaartje zetten. Dat klinkt gezelliger dan manager public affairs.”
Zijn lobbygroep begon in 2017 met een groepsuitje naar de politieke thriller Miss Sloan. Robbert: “De harde kern van die mensen kende elkaar al: Kees Boef, PG Kroeger, Oliver van Loo en ik. Wat ons bindt is intellectuele diepgang. Wij gingen naar die film om echt over lobbyen te praten en hadden soortgelijke ervaringen met de BVPA, waarvan we vonden dat die ook dit soort dingen moest organiseren. De BVPA vind ik een tamelijk stugge en starre club. Hoewel er onder deze voorzitter wel al heel veel verbeterd is. Ik ben eerder een aantal keer bij een bijeenkomst geweest van de BVPA en ik zag toen dat er een aantal mensen in zaten die een zakelijk belang hadden bij hun rol. Daarvoor ben ik niet lid van een beroepsvereniging. Het leuke van de App-groep is dat niemand een direct zakelijk belang heeft bij die groep.”
Anno 2021 is de groep van toen uitgegroeid tot een community van bijna 200 leden, die – naast humor – tips omtrent procedures en connecties delen. “Heel veel werk dat je moet doen is saai secretariaatswerk. En als je daarbij de taken een beetje verdeelt, is het voor heel veel mensen een klein beetje werk en hebben heel veel mensen er plezier van. Zo hebben we bijvoorbeeld in de aanloop naar de verkiezingen een document gemaakt waarbij we van alle politieke partijen opschreven wie de contactpersonen zijn, wanneer het verkiezingsprogramma vast werd gesteld, wie daar verantwoordelijk voor was en wie mee schreven aan de verkiezingsprogramma’s. Als je dat verdeelt en iedereen een beetje doet, heb je aan het einde een mooi document.”
Klinkt als een groep met een hoge gunfactor...
“Zeker. Er wordt veel informatie gedeeld en er komen veel vragen over contacten. Vroeger deelden we die dan in de groep, maar tegenwoordig zijn we ook wel een beetje privacy minded geworden en die groep is natuurlijk zo groot, dan wordt het via een DM gestuurd. Maar je hebt natuurlijk ook een paar mensen die veel vragen en weinig leveren. Tsja, die krijgen gewoon nooit meer antwoord. Het leven is niet alleen maar ontvangen, het is ook geven.”
Welke regels zijn er in je groep?
"Ik zie het als een soort Nieuwspoort met het verschil dat iedereen een beetje door elkaar zit te ouwehoeren. En allemaal zijn we natuurlijk gewoon mensen, dus er zijn ook weleens ruzies. Dan gaan beide partijen bij mij klagen. Maar we zijn natuurlijk allemaal lobbyisten, dus getraind in het neerzetten van ons eigen imago. Over het algemeen zorgt dat ervoor dat leden een beetje terughoudend zijn in het geven van hun mening.
Verder geldt dat ik het zie als een digitaal clubhuis, dus ik vind dat als je binnen wordt gelaten je dan even netjes moet zeggen wie je bent en waar je voor werkt. Mensen die dat niet deden, heb ik er weleens uit gepleurd."
Hoe zie jij het vak public affairs graag ontwikkelen de komende tijd?
“Iedereen kan naar de Kamer gaan en wat roepen, maar daarmee ben je nog geen ambachtelijke public affairs man of vrouw. Je bent een ambachtelijke public affairs man of vrouw als je met mensen om kan gaan, als je de procedures van de Kamer snapt, als je iets snapt van de politiek en als je genoeg van je onderwerp afweet. Heel veel lobbyisten zijn maar beperkt op de hoogte van deze 4 lagen. Laten we met die bovenste beginnen, de laag van de menselijk relaties. Als jij een mensen-mens bent, vind je het vanzelf leuk om met mensen te praten. Ik heb een soort passie om te weten wat iemand bezighoudt, waar iemand vandaan komt. Dat moet je in je hebben. Ik heb 200 000 kilometer gereden door Europa op de motor. Dat helpt enorm. Ik werk bijvoorbeeld ook in Brussel en als ik dan spreek met iemand uit een bepaald land weet ik waar het ligt op de kaart, hoe het eruitziet en waar je langs de weg eet. Dan krijg je een heel ander soort gesprek.
Over kennis over procedures in de Kamer en hoe politiek werkt in deze tijd moet je met andere mensen babbelen. En dat gebeurt ook in die WhatsApp-groep. Een van de discussies nu – midden januari – is hoe de lijst controversiële onderwerpen tot stand komt. Controversiële onderwerpen zijn de onderwerpen waar de huidige Kamer niet over gaat praten. Wie bepaalt dat? Nou, die kennis heb ik en veel andere mensen ook. En dat wordt dan gedeeld. Daar word ik echt heel erg blij van. Daar wordt het hele vak beter van. Maar het uiteindelijke doel van ons werk overstijgt inhoud en gaat om het in stand houden van de democratie. Dat is uiteindelijk wat we doen. Af en toe zet je wat stemmen naar je hand en heb je een succesje. Maar uiteindelijk zijn we allemaal geholpen met een goed parlementair stelsel.”
Dat vertrouwen in de democratie lijkt de afgelopen maanden te zijn afgenomen. Hoe zie jij dat?
“Ik weet niet of dat zo is. Ik denk dat het vertrouwen in sommige politici daalt en dat er een andere vorm van politiek is dan vroeger. Dat heeft ook te maken met de kwaliteit van de Kamer. Ik zie nu veel mensen in de Kamer komen die ambtelijk of managerial zijn ingesteld. Er zijn mensen nodig in de Kamer met een passie voor politiek.
Maar verder zie juist dat heel veel burgers zich betrokken voelen bij de politiek en de straat op gaan. Het is niet noodzakelijkerwijs mijn mening, maar al die mensen die op het Binnenhof staan te demonstreren hebben enorm vertrouwen in het functioneren van de politiek. Ze roepen dat ze betere wetten willen. Nou zijn hun betere wetten niet mijn betere wetten, maar ze hebben wel zoveel vertrouwen in het instituut om de oproep te doen om ook voor hen te werken.”
Anno 2021 is de groep van toen uitgegroeid tot een community van bijna 200 leden, die – naast humor – tips omtrent procedures en connecties delen. “Heel veel werk dat je moet doen is saai secretariaatswerk. En als je daarbij de taken een beetje verdeelt, is het voor heel veel mensen een klein beetje werk en hebben heel veel mensen er plezier van. Zo hebben we bijvoorbeeld in de aanloop naar de verkiezingen een document gemaakt waarbij we van alle politieke partijen opschreven wie de contactpersonen zijn, wanneer het verkiezingsprogramma vast werd gesteld, wie daar verantwoordelijk voor was en wie mee schreven aan de verkiezingsprogramma’s. Als je dat verdeelt en iedereen een beetje doet, heb je aan het einde een mooi document.”
Klinkt als een groep met een hoge gunfactor...
“Zeker. Er wordt veel informatie gedeeld en er komen veel vragen over contacten. Vroeger deelden we die dan in de groep, maar tegenwoordig zijn we ook wel een beetje privacy minded geworden en die groep is natuurlijk zo groot, dan wordt het via een DM gestuurd. Maar je hebt natuurlijk ook een paar mensen die veel vragen en weinig leveren. Tsja, die krijgen gewoon nooit meer antwoord. Het leven is niet alleen maar ontvangen, het is ook geven.”
Welke regels zijn er in je groep?
"Ik zie het als een soort Nieuwspoort met het verschil dat iedereen een beetje door elkaar zit te ouwehoeren. En allemaal zijn we natuurlijk gewoon mensen, dus er zijn ook weleens ruzies. Dan gaan beide partijen bij mij klagen. Maar we zijn natuurlijk allemaal lobbyisten, dus getraind in het neerzetten van ons eigen imago. Over het algemeen zorgt dat ervoor dat leden een beetje terughoudend zijn in het geven van hun mening.
Verder geldt dat ik het zie als een digitaal clubhuis, dus ik vind dat als je binnen wordt gelaten je dan even netjes moet zeggen wie je bent en waar je voor werkt. Mensen die dat niet deden, heb ik er weleens uit gepleurd."
Hoe zie jij het vak public affairs graag ontwikkelen de komende tijd?
“Iedereen kan naar de Kamer gaan en wat roepen, maar daarmee ben je nog geen ambachtelijke public affairs man of vrouw. Je bent een ambachtelijke public affairs man of vrouw als je met mensen om kan gaan, als je de procedures van de Kamer snapt, als je iets snapt van de politiek en als je genoeg van je onderwerp afweet. Heel veel lobbyisten zijn maar beperkt op de hoogte van deze 4 lagen. Laten we met die bovenste beginnen, de laag van de menselijk relaties. Als jij een mensen-mens bent, vind je het vanzelf leuk om met mensen te praten. Ik heb een soort passie om te weten wat iemand bezighoudt, waar iemand vandaan komt. Dat moet je in je hebben. Ik heb 200 000 kilometer gereden door Europa op de motor. Dat helpt enorm. Ik werk bijvoorbeeld ook in Brussel en als ik dan spreek met iemand uit een bepaald land weet ik waar het ligt op de kaart, hoe het eruitziet en waar je langs de weg eet. Dan krijg je een heel ander soort gesprek.
Over kennis over procedures in de Kamer en hoe politiek werkt in deze tijd moet je met andere mensen babbelen. En dat gebeurt ook in die WhatsApp-groep. Een van de discussies nu – midden januari – is hoe de lijst controversiële onderwerpen tot stand komt. Controversiële onderwerpen zijn de onderwerpen waar de huidige Kamer niet over gaat praten. Wie bepaalt dat? Nou, die kennis heb ik en veel andere mensen ook. En dat wordt dan gedeeld. Daar word ik echt heel erg blij van. Daar wordt het hele vak beter van. Maar het uiteindelijke doel van ons werk overstijgt inhoud en gaat om het in stand houden van de democratie. Dat is uiteindelijk wat we doen. Af en toe zet je wat stemmen naar je hand en heb je een succesje. Maar uiteindelijk zijn we allemaal geholpen met een goed parlementair stelsel.”
Dat vertrouwen in de democratie lijkt de afgelopen maanden te zijn afgenomen. Hoe zie jij dat?
“Ik weet niet of dat zo is. Ik denk dat het vertrouwen in sommige politici daalt en dat er een andere vorm van politiek is dan vroeger. Dat heeft ook te maken met de kwaliteit van de Kamer. Ik zie nu veel mensen in de Kamer komen die ambtelijk of managerial zijn ingesteld. Er zijn mensen nodig in de Kamer met een passie voor politiek.
Maar verder zie juist dat heel veel burgers zich betrokken voelen bij de politiek en de straat op gaan. Het is niet noodzakelijkerwijs mijn mening, maar al die mensen die op het Binnenhof staan te demonstreren hebben enorm vertrouwen in het functioneren van de politiek. Ze roepen dat ze betere wetten willen. Nou zijn hun betere wetten niet mijn betere wetten, maar ze hebben wel zoveel vertrouwen in het instituut om de oproep te doen om ook voor hen te werken.”