Voordracht gehouden door Marcel Halma bij zijn afscheid als voorzitter van de BVPA op 15 januari 2015 in Nieuwspoort, Den Haag
De afgelopen 2 jaar had ik het voorrecht om voorzitter te zijn van deze mooie beroepsvereniging. En daarmee ook het boegbeeld van dit prachtige vakgebied. In die 2 jaar heb ik voor vele groepen en zaaltjes gestaan, interviews gegeven en media-optredens gedaan. Met mensen in debat te gaan over lobbyen en public affairs geeft je een ontnuchterende kijk op enerzijds hoe men naar ons vak kijkt en de rol van lobbyisten en public affairs professionals in het publieke debat, maar anderzijds ook de gevoelens die opkomen bij mensen over politiek en overheid. De associaties die derden met ons vak hebben, zijn diep ingesleten. Rondom ons vak hangt iets mystieks, in positieve en negatieve zin, dat mensen boeit en altijd tot sterke observaties en meningen over ons vakgebied leidt. Beeldvorming die hardnekkig is. Overigens: zoveel mediaoptredens als ik heb gedaan, minstens zoveel gingen er ook niet door, simpelweg door het downplayen van het onderwerp, door de angel eruit te halen en de hype te ontzenuwen.
Over het imago van ons vak hoeven we overigens nou ook weer niet te somber te zijn. Het is misschien niet altijd wat we zouden wensen, maar in mijn beleving hangt het imago van public affairs en lobbyen ook sterk samen met hoe de samenleving naar de politiek en de overheid kijkt, en hoe men naar de journalistiek en de media kijkt; met dat werkterrein zijn we nu eenmaal vanuit de aard van ons werk nauw verbonden. We zijn als vakgebied wat betreft imago en reputatie onderdeel van een breder systeem.
Integriteit is in onze samenleving een belangrijke waarde. En over integriteit is in ons land veel te doen. Of dat nu de integriteit van de banken, wetenschappers, woningcorporaties, topbestuurders in de (semi-)publieke sector, de media of van de politiek en politieke partijen zelf is; ook wij als public affairs-mensen, als lobbyisten liggen onder een vergrootglas. Dat zegt niets naar mijn oordeel over de legitimiteit van ons vakgebied, maar zegt veel meer over de heersende maatschappelijke opvattingen. Binnen de BVPA is integriteit een centraal onderwerp, een kernwaarde die bindend en verplichtend wordt onderschreven via het Handvest van de BVPA (onze gedragscode) en waarop we regelmatig actief elkaar aanspreken en met elkaar over in gesprek gaan, en als dat nodig is tuchtrecht toepassen met een degelijke procedure en door een klachtencommissie onder onafhankelijk voorzitterschap.
Vaak worden wij als beroepsgroep ook aangesproken op transparantie. Wat mij betreft overigens niet waar het in de kern om gaat. We zijn al heel transparant als beroepsgroep, en er is al een register: namelijk de ledenlijst die op onze website staat, en alle leden onderschrijven bindend en verplichtend de gedragscode. En de organisaties, overheden, bedrijven en NGO's waar BVPA-ers voor werken, hebben in de regel bijna allemaal op hun website wel ergens staan wat hun visie is en wat men nastreeft - een commercieel of ideëel belang. De roep van de politiek om meer transparantie over lobby’s is wat dat betreft naar mijn mening ook vooral de roep in een hol vat als je het mij vraagt. Het echoot lekker, maar het doet niks.
Veel liever zou ik een publiek debat zien over transparant openbaar bestuur. Over:
Den Haag, 15 januari 2015
Over het imago van ons vak hoeven we overigens nou ook weer niet te somber te zijn. Het is misschien niet altijd wat we zouden wensen, maar in mijn beleving hangt het imago van public affairs en lobbyen ook sterk samen met hoe de samenleving naar de politiek en de overheid kijkt, en hoe men naar de journalistiek en de media kijkt; met dat werkterrein zijn we nu eenmaal vanuit de aard van ons werk nauw verbonden. We zijn als vakgebied wat betreft imago en reputatie onderdeel van een breder systeem.
Integriteit is in onze samenleving een belangrijke waarde. En over integriteit is in ons land veel te doen. Of dat nu de integriteit van de banken, wetenschappers, woningcorporaties, topbestuurders in de (semi-)publieke sector, de media of van de politiek en politieke partijen zelf is; ook wij als public affairs-mensen, als lobbyisten liggen onder een vergrootglas. Dat zegt niets naar mijn oordeel over de legitimiteit van ons vakgebied, maar zegt veel meer over de heersende maatschappelijke opvattingen. Binnen de BVPA is integriteit een centraal onderwerp, een kernwaarde die bindend en verplichtend wordt onderschreven via het Handvest van de BVPA (onze gedragscode) en waarop we regelmatig actief elkaar aanspreken en met elkaar over in gesprek gaan, en als dat nodig is tuchtrecht toepassen met een degelijke procedure en door een klachtencommissie onder onafhankelijk voorzitterschap.
Vaak worden wij als beroepsgroep ook aangesproken op transparantie. Wat mij betreft overigens niet waar het in de kern om gaat. We zijn al heel transparant als beroepsgroep, en er is al een register: namelijk de ledenlijst die op onze website staat, en alle leden onderschrijven bindend en verplichtend de gedragscode. En de organisaties, overheden, bedrijven en NGO's waar BVPA-ers voor werken, hebben in de regel bijna allemaal op hun website wel ergens staan wat hun visie is en wat men nastreeft - een commercieel of ideëel belang. De roep van de politiek om meer transparantie over lobby’s is wat dat betreft naar mijn mening ook vooral de roep in een hol vat als je het mij vraagt. Het echoot lekker, maar het doet niks.
Veel liever zou ik een publiek debat zien over transparant openbaar bestuur. Over:
- een overheid en een politiek die open en toegankelijk zijn;
- een luisterende overheid en politiek die open staat voor inbreng van belanghebbenden en deskundigen in een vroeg stadium van beleidsvorming;
- waarvan de besluitvormingsprocedures, de actoren en stappen daarin inzichtelijk zijn;
- waar afwegingskaders helder en transparant zijn en
- waar burgers en bedrijven het gevoel hebben dat het niet vooral Haagse kunstjes en kippendrift is, punten scoren en media aandacht krijgen, maar dat hun belangen zichtbaar worden meegewogen.
Den Haag, 15 januari 2015