Kun je iets vertellen over jouw drijfveren? Waarom heb je de overstap gemaakt naar de Open State Foundation?
Al voordat ik bij Public Matters aan de slag ging als stagiair was ik heel erg geïnteresseerd in het snijvlak tussen de politiek en het bedrijfsleven. Lobby past hier precies in. Enerzijds ben je bezig met het vertegenwoordigen van bedrijven en anderzijds ben je nauw betrokken bij het politieke besluitvormingsproces. Zodoende kwam ik bij Public Matters terecht. Het was super goed om daar ervaring op te doen. Toen ontstond er mij de behoefte om meer onderzoek te doen naar het lobbylandschap. Ik maakte dit van buitenaf mee vanuit een public affairs bureau, maar ik had nog niet echt een beeld hoe het zat met de kant van de politiek en organisaties die hun lobby zelf organiseren, zoals ngo’s. De Open State Foundation is een organisatie die staat voor transparantie en het gebruik van open data en gaf mij een plek waar ik mijn eigen onderzoek kon doen. Zij hebben de expertise in huis om te kijken hoe het lobbylandschap inzichtelijker kan worden gemaakt.
Transparantie is een heel actueel onderwerp, kijkend naar de berichten rondom de formatie. Hoe kijk jij daar op terug?
In september begon ik met het open lobby project (red. openlobby.nl ) en naarmate dat project vorderde bleek dat project eigenlijk steeds actueler te worden. Dat begon met de toeslagenaffaire. Vervolgens was dit thema een belangrijk onderdeel van de verkiezingen – ook al was dat voor ons nog niet genoeg – en daarna werd het gebrek aan transparantie natuurlijk pijnlijk duidelijk in het formatieproces. Ik merkte vooral een gebrek aan eenduidigheid, een opvatting hoe de overheid die transparantie zou moeten oppakken.
Zie je de berichtgeving over de formatie als keerpunt in de weg naar meer transparantie?
Zeker. Transparantie is veel hoger op de politieke agenda gekomen. Ik heb diverse ministeries gesproken en die zeggen ook dat transparantie bij hun nu in de top-5 van onderwerpen staat. Het is natuurlijk ook een heel overkoepelend thema. Je zou transparantie op elk thema kunnen betrekken, omdat het gaat over de manier van politiek bedrijven. Ik denk dat hier eerder minder stil bij werd gestaan, maar er nu veel meer aandacht voor is.
In de Right To Information-rating die wereldwijd wordt bijgehouden staat Nederland 73ste. Wat zijn voor jou de actiepunten die nu het meest nodig zijn om deze score te verbeteren?
Enerzijds gaat het om het bevorderen van de transparantie in het politieke besluitvormingsproces zelf. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat er meer eenduidig wordt gehandeld met betrekking tot dit onderwerp en wat zijn de criteria om iets wel of niet vast te leggen in een agenda? En wat zijn de criteria om iets niet openbaar te maken? Daar ligt een stukje regelgeving.
Daarnaast is er bij ministeries een besef nodig dat transparantie van grote waarde is voor de democratie en het vertrouwen van burgers. En zou ook bedrijven en maatschappelijke organisaties de vraag gesteld kunnen worden wat er eigenlijk nadelig is aan het inzichtelijk maken van afspraken. Het is ook iets wat zij zouden kunnen gebruiken voor onderzoek naar hun concurrentie en de onderwerpen waar ze mee bezig zijn.
Zie je verbeteringen in de snelheid waarmee Wob-verzoeken momenteel worden afgehandeld?
Hoe de Wob-verzoeken worden afgehandeld verschilt enorm per ministerie. De Wet Open Overheid moet uiteindelijk de Wob gaan vervangen. Met de indieners Steven van Weyenberg en Bart Snels – hebben we daar veel over gesproken. Dat is een langdurig proces geweest. Het is heel erg dat het zo lang heeft geduurd voordat de relevantie hiervan echt duidelijk werd.
De Wet Open Overheid moet dit gaan verbeteren door publieke informatie toegankelijker te maken. Concreet door niet pagina’s geheel zwart te lakken. Een keerzijde is dat persoonlijke beleidsopvattingen nog geanonimiseerd worden, naar ons idee kan het daar nog een stuk transparanter. Waarom zou die ene naam er niet in kunnen?
Je noemt de Wet Open Overheid al even. Welke punten uit deze nieuwe wet zie jij als verbetering?
In de wet ligt toegang tot publieke informatie als recht van burgers verankerd. Dat draagt bij aan de democratische rechtsstaat en openheid van de Nederlandse overheid. Het regelt ook dat adviescollege toezicht houdt op de uitvoering van de regels over openbaarheid van publieke informatie.
Recent heb je onderzocht wie er op gesprek komen bij ministers. Kun je iets vertellen over de aanleiding van je onderzoek?
De media hebben het vaak over de lobby, maar er is nog weinig data over het lobbylandschap. Ik wilde dat inzichtelijker maken met zowel kwalitatieve als kwantitatieve data. Daarbij heb ik ook materiaal gebruikt uit bestaand onderzoek, zoals dat van Eisenberg uit 2019. Dat onderzoek van Eisenberg focust meer op Europese besluitvorming en concludeert dat het bedrijfsleven veel invloed heeft op de politiek. Die invloed is gegroeid naarmate het public affairs-vak professionaliseerde.
Met de tool die we met de Open State Foundation hebben gebouwd, hebben we agenda-afspraken gescraped. Vervolgens heb ik die data handmatig gecategoriseerd, omdat agenda-afspraken niet op een eenduidige manier worden weergegeven.
Stel er is een afspraak met Shell, dan staat er soms Shell in de agenda, soms alleen de CEO van Shell en soms staat er alleen een naam en staat Shell er niet in. Zo moest ik dus vaak zelf uitzoeken om welke organisatie het ging.
Ik heb alleen gekeken naar externe gesprekken met organisaties in Nederland. Op basis van die resultaten zag je dat het bedrijfsleven heel sterk vertegenwoordigd was.
Nou zag ik natuurlijk ook een blog waarin gezegd wordt dat toegang nog geen beïnvloeding is. Mijn onderzoek focust zich op het punt van toegang en ik concludeer daar niet uit dat ze meer succes hebben. Maar het stimuleert wel om verder te kijken. Op dit punt hebben ze meer de mogelijkheid dan anderen om hun belangen aan te dragen.
Het kunnen ook hele moeizame gesprekken zijn geweest. Is er iets bekend over de inhoud van die gesprekken?
Nee, daar is heel weinig over bekend. Er mist een stuk transparantie. Ook handelen ministeries niet hetzelfde. Soms staat er wel een onderwerp bij, maar staan niet alle actoren. Dus ja, dat is wel een kanttekening. De bedrijven kunnen ook op het matje geroepen zijn. Het hoeft niet zo te zijn dat elk gesprek even soepel is.Dat is wat wij ook erg uitdragen met dit onderzoek: ‘Word hier ook transparanter over’. Dan kunnen we dit onderzoek nog beter uitvoeren en nog genuanceerder zijn over de data die we hebben. Het is echter wel zo dat je als je niet binnenkomt je ook geen invloed uit kunt oefenen.
Als je ziet dat bepaalde organisaties niet aan tafel zitten, kun je niet zeggen dat hun belangen hoog op de agenda staan.
Naar welk project kijk je uit?
Ik kijk ernaar uit om transparantie heel hoog op de politieke agenda te krijgen en hierover in gesprek te gaan met nieuwe Kamerleden en ministeries. Verder hoop ik over een half jaar of een jaar een nieuwe steekproef te doen met de tool Open Lobby om te kijken of er wat verbeterd is. ook zijn we bezig om vanuit de onderzoekjournalistiek nog andere kanten van het Nederlandse lobbylandschap te belichten, zoals transparantie in de Tweede Kamer en een lobbyregister zoals bijvoorbeeld de EU dit kent. En ik wil onderzoek doen naar lobbyregisters in de EU.
Heb je nog een boodschap voor de Public Affairs-professionals van nu?
Er is een enorme professionaliseringsslag gemaakt, maar de transparantieslag blijft daarbij een beetje achter. Ik moedig bureaus aan om ook transparant te zijn over de afspraken die ze hebben met bewindspersonen. Ik denk dat zij hier ook baat bij hebben, omdat ze zo ook partners kunnen vinden met wie ze kunnen optrekken. Een aanmoediging dus om transparantie niet alleen door ministers op te laten pakken, maar ook zelf.