Middenin de coronacrisis trad Ingrid Thijssen aan als voorzitter van ondernemingsorganisatie VNO-NCW. Voor deze periode was zij onder meer voorzitter van de Raad van Bestuur van Alliander en directievoorzitter van NS Reizigers. Welke uitdagingen komt Ingrid Thijssen nu tegen in haar werk en wat is haar advies voor Public Affairs professionals? Tijd voor een online kennismaking.
Het is een heftige tijd om aan te treden als voorzitter van VNO-NCW. Wat maakte dat u toch ‘ja’ zei?
‘Ik heb daar eerlijk gezegd ook best even over na moeten denken. En dat was nog vóór de coronacrisis. Maar ik heb ja gezegd omdat ik veel passie heb om Nederland toekomstbestendig te maken voor onze kinderen. In bijna alle vraagstukken die op ons afkomen speelt het bedrijfsleven een belangrijke rol. Hoe realiseren we de klimaatopgave op tijd? Wat moet er gebeuren op de arbeidsmarkt? Hoe worden we nog kennisintensiever? De crisis heeft een aantal vraagstukken waar we toch al voor stonden alleen maar uitvergroot en ik help graag mee om daar met alle ondernemers een bijdrage aan te leveren. Daarnaast heb ik het altijd leuk gevonden om een groep te mogen vertegenwoordigen, ‘de clubkleuren verdedigen’ noem ik dat altijd al.
We hebben daarbij trouwens een prachtige historie als vereniging om op te bouwen. Als je kijkt naar de geschiedenis van VNO-NCW, dan kom je uit bij twee ondernemers, namelijk Stork en Van Marken, die allebei eind 19e eeuw al werk maakten van sociale voorzieningen in hun bedrijven. Je mocht geen lid worden van de vereniging als je die uitgangspunten niet onderschreef. Dat is het Rijnlandse model.’
Hoe onderhoudt u in Corona-tijd contact met de stakeholders in het algemeen en met ondernemers in het bijzonder?
Ik ga in principe elke vrijdag op werkbezoek dwars door het hele land. Van de grote concerns via een reisbureau tot een baksteenfabriek. Ik kom overal en daar haal ik zoveel nuttige inzichten op. Waarom bepaald beleid niet, of juist wel werkt. Nu in de gedeeltelijke lockdown gaat dit veelal digitaal helaas, maar ik ga er wel mee door. Verder voer ik heel veel van mijn kennismakingsgesprekken met leden, politici en ambtenaren nu digitaal en dat gaat eigenlijk best aardig. Al begin ik het echt te missen om elkaar live te ontmoeten. Ik schrijf persoonlijks mails aan de bestuursleden over waar we staan, welke gesprekken we voeren, wat me bezig houdt of waar we nog mee worstelen.
Wat heeft u positief verrast in uw eerste maand als voorzitter?
‘We weten elkaar in dit land echt te vinden als de nood hoog is. Hoe die noodpakketten in sneltreinvaart uit de grond zijn gestampt tussen vakbonden, overheid en ons. Echt mooi om te zien en daar word je stiekem ook wel trots en blij van. Én we blijven altijd in gesprek in dit land. Dat is echt iets om te koesteren en valt me ook elke keer weer op.’
Wat is in uw rol een grotere uitdaging dan eerder gedacht?
‘Ik wil de echte problemen boven tafel hebben en bijdragen aan oplossingen die echt werken. Ik ben wars van symptoombestrijding. Dus ik zie systeemfouten en die wil ik oplossen maar de praktijk is soms best weerbarstig kan ik u verklappen.’
Welke doelgroepen zou u als nieuwe voorzitter nog meer willen bereiken?
‘Ik wil natuurlijk niemand uitsluiten, maar jongeren zijn voor mij heel belangrijk. De jongeren van nu worden het meest geraakt, zowel door de coronacrisis als bijvoorbeeld door de klimaatcrisis die plaatsvindt. Ik zie hoe mijn studerende zoon binnenkort een jaar geen college in een collegezaal heeft gevolgd en hoe lastig dat soms is. Of hoe moeilijk het voor jonge gezinnen is om een betaalbare woning te vinden. Om over de zorgen die ik heb over onze leefomgeving en het klimaat nog maar te zwijgen. De jongere generaties krijgen de rekening.’
In het AD gaf u eerder aan zich zorgen te maken over het slechte imago van het bedrijfsleven. Wat kan VNO-NCW daaraan veranderen? En wat kunnen public affairs professionals volgens u doen om dit imago te verbeteren?
‘Ik heb de afgelopen maanden mooie voorbeelden gezien van samenwerking tussen ondernemers, overheid en samenleving die naar meer smaken. Staaltjes van samenwerking die richtinggevend kunnen zijn voor een duurzamer en mooier Nederland. Zo was ik zelf erg druk met het opzetten van een sneltest-infrastructuur waarin we hebben samengewerkt met VWS, GGD, het leger en tal van onze leden zoals Shell, ASML en Randstad. Een unieke vorm van publiek-private samenwerking waarbij we in zes weken een compleet nieuwe publieke testinfrastructuur hebben opgezet. Zo zijn er zoveel prachtige dingen gebeurd afgelopen 8 maanden. Op verzoek van de overheid startte DSM bijvoorbeeld met de productie van staafjes voor testkits. Auping begon met anderen een productielijn voor mondkapjes. Cybersecurity bedrijven hielpen zorginstellingen te beschermen. Of die horecaondernemer die 270 man thuis had zitten en NOW kreeg maar zijn medewerkers vroeg ze of ze vrijwilligerswerk wilden doen van vakkenvullen tot aspergesteken, waar ze maar mensen nodig hadden. Ondernemers hebben een enorme creativiteit, lef en kracht om dingen snel voor elkaar te krijgen. Zij zijn de kurk waar ons land op drijft. We moeten deze sfeer van samenwerking echt vasthouden in plaats van tegen over elkaar staan, zoals afgelopen jaren nog wel eens gebeurde. Dan kunnen we bergen verzetten in dit land.
Voor een PA-professional is het denk ik belangrijk om hun bedrijf en hun CEO’s daar in mee te nemen. Wees open over de dilemma’s waar je voor staat. Dat creëert begrip. En verder natuurlijk vooral luisteren naar de krachten rondom je bedrijf. Het echte gesprek voeren zeg maar. Met je buren, met de lokale overheid, met ngo’s, met vakbonden en luister. Dat is vaak al de eerste stap naar een oplossing.’
Wat is uw ervaring met lobbyisten/pa-adviseurs? Hoe kijkt u aan tegen hun bijdrage aan het huidige politieke debat en besluitvorming?
‘Het is belangrijk dat onze volksvertegenwoordigers en beleidsmakers goed zijn geïnformeerd. Daar ligt een cruciale rol voor Public Affairs professionals. Transparantie en openheid is daarvoor een belangrijke randvoorwaarde natuurlijk. Maar je moet ook goed de operatie van je bedrijf snappen en dat kunnen vertalen.
Bedrijven, politiek en samenleving kunnen simpelweg niet zonder elkaar. Ik heb bij alle bedrijven waar ik gewerkt heb gezien hoe belangrijk het is goede liaisons te hebben en wat een verschil dat voor beide kanten kan maken. Maar het is nooit alleen halen. Je moet ook altijd brengen. Anders bouw je nooit een lange termijn verstandhouding op.’
Dit interview vond plaats voor het overlijden van oud-voorzitter Hans de Boer. Lees hier de reactie van Ingrid Thijssen
‘Ik heb daar eerlijk gezegd ook best even over na moeten denken. En dat was nog vóór de coronacrisis. Maar ik heb ja gezegd omdat ik veel passie heb om Nederland toekomstbestendig te maken voor onze kinderen. In bijna alle vraagstukken die op ons afkomen speelt het bedrijfsleven een belangrijke rol. Hoe realiseren we de klimaatopgave op tijd? Wat moet er gebeuren op de arbeidsmarkt? Hoe worden we nog kennisintensiever? De crisis heeft een aantal vraagstukken waar we toch al voor stonden alleen maar uitvergroot en ik help graag mee om daar met alle ondernemers een bijdrage aan te leveren. Daarnaast heb ik het altijd leuk gevonden om een groep te mogen vertegenwoordigen, ‘de clubkleuren verdedigen’ noem ik dat altijd al.
We hebben daarbij trouwens een prachtige historie als vereniging om op te bouwen. Als je kijkt naar de geschiedenis van VNO-NCW, dan kom je uit bij twee ondernemers, namelijk Stork en Van Marken, die allebei eind 19e eeuw al werk maakten van sociale voorzieningen in hun bedrijven. Je mocht geen lid worden van de vereniging als je die uitgangspunten niet onderschreef. Dat is het Rijnlandse model.’
Hoe onderhoudt u in Corona-tijd contact met de stakeholders in het algemeen en met ondernemers in het bijzonder?
Ik ga in principe elke vrijdag op werkbezoek dwars door het hele land. Van de grote concerns via een reisbureau tot een baksteenfabriek. Ik kom overal en daar haal ik zoveel nuttige inzichten op. Waarom bepaald beleid niet, of juist wel werkt. Nu in de gedeeltelijke lockdown gaat dit veelal digitaal helaas, maar ik ga er wel mee door. Verder voer ik heel veel van mijn kennismakingsgesprekken met leden, politici en ambtenaren nu digitaal en dat gaat eigenlijk best aardig. Al begin ik het echt te missen om elkaar live te ontmoeten. Ik schrijf persoonlijks mails aan de bestuursleden over waar we staan, welke gesprekken we voeren, wat me bezig houdt of waar we nog mee worstelen.
Wat heeft u positief verrast in uw eerste maand als voorzitter?
‘We weten elkaar in dit land echt te vinden als de nood hoog is. Hoe die noodpakketten in sneltreinvaart uit de grond zijn gestampt tussen vakbonden, overheid en ons. Echt mooi om te zien en daar word je stiekem ook wel trots en blij van. Én we blijven altijd in gesprek in dit land. Dat is echt iets om te koesteren en valt me ook elke keer weer op.’
Wat is in uw rol een grotere uitdaging dan eerder gedacht?
‘Ik wil de echte problemen boven tafel hebben en bijdragen aan oplossingen die echt werken. Ik ben wars van symptoombestrijding. Dus ik zie systeemfouten en die wil ik oplossen maar de praktijk is soms best weerbarstig kan ik u verklappen.’
Welke doelgroepen zou u als nieuwe voorzitter nog meer willen bereiken?
‘Ik wil natuurlijk niemand uitsluiten, maar jongeren zijn voor mij heel belangrijk. De jongeren van nu worden het meest geraakt, zowel door de coronacrisis als bijvoorbeeld door de klimaatcrisis die plaatsvindt. Ik zie hoe mijn studerende zoon binnenkort een jaar geen college in een collegezaal heeft gevolgd en hoe lastig dat soms is. Of hoe moeilijk het voor jonge gezinnen is om een betaalbare woning te vinden. Om over de zorgen die ik heb over onze leefomgeving en het klimaat nog maar te zwijgen. De jongere generaties krijgen de rekening.’
In het AD gaf u eerder aan zich zorgen te maken over het slechte imago van het bedrijfsleven. Wat kan VNO-NCW daaraan veranderen? En wat kunnen public affairs professionals volgens u doen om dit imago te verbeteren?
‘Ik heb de afgelopen maanden mooie voorbeelden gezien van samenwerking tussen ondernemers, overheid en samenleving die naar meer smaken. Staaltjes van samenwerking die richtinggevend kunnen zijn voor een duurzamer en mooier Nederland. Zo was ik zelf erg druk met het opzetten van een sneltest-infrastructuur waarin we hebben samengewerkt met VWS, GGD, het leger en tal van onze leden zoals Shell, ASML en Randstad. Een unieke vorm van publiek-private samenwerking waarbij we in zes weken een compleet nieuwe publieke testinfrastructuur hebben opgezet. Zo zijn er zoveel prachtige dingen gebeurd afgelopen 8 maanden. Op verzoek van de overheid startte DSM bijvoorbeeld met de productie van staafjes voor testkits. Auping begon met anderen een productielijn voor mondkapjes. Cybersecurity bedrijven hielpen zorginstellingen te beschermen. Of die horecaondernemer die 270 man thuis had zitten en NOW kreeg maar zijn medewerkers vroeg ze of ze vrijwilligerswerk wilden doen van vakkenvullen tot aspergesteken, waar ze maar mensen nodig hadden. Ondernemers hebben een enorme creativiteit, lef en kracht om dingen snel voor elkaar te krijgen. Zij zijn de kurk waar ons land op drijft. We moeten deze sfeer van samenwerking echt vasthouden in plaats van tegen over elkaar staan, zoals afgelopen jaren nog wel eens gebeurde. Dan kunnen we bergen verzetten in dit land.
Voor een PA-professional is het denk ik belangrijk om hun bedrijf en hun CEO’s daar in mee te nemen. Wees open over de dilemma’s waar je voor staat. Dat creëert begrip. En verder natuurlijk vooral luisteren naar de krachten rondom je bedrijf. Het echte gesprek voeren zeg maar. Met je buren, met de lokale overheid, met ngo’s, met vakbonden en luister. Dat is vaak al de eerste stap naar een oplossing.’
Wat is uw ervaring met lobbyisten/pa-adviseurs? Hoe kijkt u aan tegen hun bijdrage aan het huidige politieke debat en besluitvorming?
‘Het is belangrijk dat onze volksvertegenwoordigers en beleidsmakers goed zijn geïnformeerd. Daar ligt een cruciale rol voor Public Affairs professionals. Transparantie en openheid is daarvoor een belangrijke randvoorwaarde natuurlijk. Maar je moet ook goed de operatie van je bedrijf snappen en dat kunnen vertalen.
Bedrijven, politiek en samenleving kunnen simpelweg niet zonder elkaar. Ik heb bij alle bedrijven waar ik gewerkt heb gezien hoe belangrijk het is goede liaisons te hebben en wat een verschil dat voor beide kanten kan maken. Maar het is nooit alleen halen. Je moet ook altijd brengen. Anders bouw je nooit een lange termijn verstandhouding op.’
Dit interview vond plaats voor het overlijden van oud-voorzitter Hans de Boer. Lees hier de reactie van Ingrid Thijssen