Wytske Postma is sinds de verkiezingen van vorig jaar Kamerlid voor NSC. Daarvoor zat ze in de Tweede Kamer voor het CDA. Maar ze begon haar carrière in de Public Affairs. Hoe kijkt ze naar haar ‘oude’ vak, nu ze aan de andere kant van de tafel zit? Wat zijn haar ervaringen als politicus met PA? En hoe kan het vakgebied zich verder versterken? Een gesprek.
Je bent actief geweest in de public affairs en je bent nu voor de tweede keer Kamerlid – eerst voor CDA, nu voor NSC. Heeft je ervaring in de politiek je beeld van PA veranderd?
‘Het leuke is dat ik als Kamerlid veel lobbyisten langskrijg. Ik zie nu pas echt dat lobbyisten allemaal hun eigen stijl hebben. Ik was lobbyist voor ANWB en deed werk voor het museum NEMO. Je kunt dan zien hoe je zelf opereert en je kunt collega's vragen hoe zij iets zouden aanpakken - maar als politicus heb ik een veel breder beeld van alle verschillende stijlen.
‘Als ik 20 jaar terug in de tijd ga: toen moesten lobbyisten het hebben van hun netwerk, van hangen in Nieuwspoort. Die tijd is wel voorbij. Je moet met een goed verhaal komen en dat op het juiste moment insteken. PA is echt een vak en het is veel professioneler geworden. In het algemeen tenminste; ik zie veel niveauverschil. Ik ken niet alle bedrijven, dus het is fijn als ik word meegenomen in het bedrijf: wat voor bedrijf heb ik voor me, binnen welke dossiers bewegen ze zich en wat is belangrijk voor ze? Laatst had ik een gesprek met een branchevereniging die ik nog niet kende; die dachten dat ze gezellig drie kwartier met me kwamen kennismaken. Zo werkt het niet, haha.’
‘Zorg er dus voor dat je goed bent voorbereid. Mijn agenda is vreselijk druk en ik wil graag iedereen spreken; daarom werk ik ook met slots van drie kwartier in plaats van een uur. Ik verwacht van lobbyisten dat ze de agenda van de kamer kennen, dat ze twee weken voordat we een gesprek hebben me al hun visie hebben gemaild. En ik heb een bepaalde werkwijze: je kunt me mailen met langere stukken en appen bij zaken die urgent zijn. De stelregel is denk ik: Don’t overdo it.’
Mijn filosofie is dat ik mijn werk alleen goed kan doen als ik alle belangen afweeg. Van Extinction Rebellion tot de oliebedrijven en alles daartussenin.
Hoe kijk je naar lobbywetgeving en wat zou zulke wetgeving wat jou betreft tot doel moeten hebben?
‘Het is niet mijn portefeuille, maar ik heb wel een beeld van de onderliggende basisprincipes: wees transparant, voor wie je werkt en over wat je doet. En vertel geen onwaarheden. Die helpen je ook niet. Als we erachter komen. is het vertrouwen weg – en vertrouwen is cruciaal. Wij kunnen wetgeving maken en wij controleren de regering. Voor ons is het belangrijk om te horen hoe beleid neerdaalt en dat van alle kanten te bezien en te beluisteren. Dat kan alleen als wij vanuit transparantie, eerlijkheid en vertrouwen worden benaderd.’
‘Van alle kanten betekent voor mij trouwens echt: van alle kanten. Mijn filosofie is dat ik mijn werk alleen goed kan doen als ik alle belangen afweeg. Van Extinction Rebellion tot de oliebedrijven en alles daartussenin. En alle mensen in dit land, natuurlijk. Ik krijg veel mails van mensen uit het hele land en ik ga graag met ze in gesprek. PA vertegenwoordigt allerlei belangen, maar uiteindelijk ben ik als volksvertegenwoordiger de behartiger van de belangen van de burger.’
Je hebt klimaat en energietransitie in je portefeuille. Hoe heeft PA de afgelopen jaren het discours beïnvloed?
‘Ik zit nog niet zo lang op deze portefeuille, maar ik kan wel vaststellen dat mijn mailbox volloopt – meer dan op andere terreinen. Dat is ook logisch, want het raakt alles. Het belang van het klimaat is één ding, maar omdat we nu in de uitvoeringsagenda zitten, raakt de energietransitie iedereen. Dan zie je dus ook dat er weer andere spelers opstaan. Er gebeurt heel veel, maar het gaat verder dan dat: wat doet deze nieuwe revolutie in de industrie met het verdienvermogen voor Nederland? Hoe richten we ons land hieromheen in? En wat ik een heel belangrijk aspect vind: de energietransitie raakt heel erg aan bestaanszekerheid. Kan iedereen over een paar jaar nog de energierekening betalen?’
‘Dat laatste hoor ik trouwens nog te weinig terug in de lobby. Een slimme lobbyist denkt mee, maar velen denken nog te veel vanuit het belang van hun organisatie. Het mooiste is als bedrijven, brancheverenigingen, ngo’s kunnen denken in oplossingen voor anderen. Dat is eigenlijk de sterkste lobby. Als het verhaal van de één het belang van de ander kan dienen.’