Een geliefd doelwit: de formatietafel
Geloof het of niet, maar de formatietafel blijkt een geliefd doelwit voor lobbypraktijken, aldus een artikel van Vrij Nederland. Daar doet de vorming van een programkabinet niet aan af, want “er gaan hoe dan ook afspraken op papier komen” en “invloed op de politieke agenda is invloed op de toekomstige regering”. Niet voor niets waren gemeenten, provincies en waterschappen blij met hun “vroege uitnodiging voor [de] formatie”. Diverse gemeenten gaven aan wat te wensen te hebben. Zo willen Amelanders een eigen veerdienst, want “We zijn hier niet allemaal tevreden en happy”. Ook Ermelo blijkt niet tevreden en blijft lobbyen om de gevreesde korting van 4 miljoen per jaar uit Gemeentefonds te voorkomen. Daarin ziet ze zich gesteund door de VNG, die zich zorgen blijft maken “of een nieuw kabinet het financiële ravijn waar gemeenten in 2026 in dreigen te storten volledig gaat afwenden”. Gelukkig komen gemeenten niet alleen maar halen, want het AD schrijft dat de burgemeesters van Houten en De Bilt ook echt wat te bieden hebben, bijvoorbeeld ruimte om voldoende woningen te bouwen.
Beter contact met de Tweede Kamer
Diverse partijen stellen meer moeite met hun politieke contacten te hebben. Zo berichtte NOS dat de gefrustreerde chipsector hoopt op beter contact met de Tweede Kamer. Onderwerp van gesprek is het vestigingsklimaat. Topman Peter Wennink gooide de knuppel half maart in het hoenderhok en noemde Nederland “fat, dumb and happy” en stelde dat men “niet weet waar de toekomstige waardecreatie in de wereld plaatsvindt”. Ook zou groei voor ASML en trouwens ook Boskalis prima buiten Nederland kunnen plaatsvinden. De boodschap blijkt aan te komen want eind maart presenteert het demissionaire kabinet een miljardenimpuls voor de chipsector met de verwelkomende boodschap van minister Adriaansens dat dit soort bedrijven het geld voor Nederland verdienen. Zo slecht zijn die contacten dan misschien ook weer niet. Ellis Aizenberg, universitair docent bestuurskunde aan de Universiteit Leiden, zegt dat er sprake is van een "afhankelijkheidsrelatie" tussen het bedrijfsleven en overheid: "Dat is zo omdat de overheid afhankelijk is van het bedrijfsleven om investeringen te doen en werkgelegenheid te creëren."
Echt slecht zijn de contacten tussen de natuur en Tweede Kamer, als we Dolf Jansen mogen geloven. Hij begrijpt “dat we leven in tijden van lobby, beïnvloeding, en verdienmodellen. Maar als naar de natuur in ruimste zin niet geluisterd wordt, omdat zij niet kán lobbyen, is ze kansloos.” Zijn column kwam voort uit de beslissing van het Nederlandse kabinet om tegen de natuurherstelwet te stemmen. Volgens Jansen komt dit door de “agrolobby” die “de minister dwingt te stemmen tegen natuurherstel”. Overigens konden we in het AD wel lezen dat wetenschappers en natuurorganisaties zich hard maakten voor de wet. Niet voor niets waren zij ontevreden met de uiteindelijke keuze van het kabinet. Voor wie zelf de balans wil opmaken: Op Radio 1 besteedde WNL Haagse Lobby een uur aan het onderwerp.
Naar de programlobby
Commissielid Positionering & Communicatie Nora van Elferen schoof als partner van EPPA aan bij WNL Haagse Lobby om te spreken over lobbyen in extraparlementaire tijden. Samen met Martijn van Helvert (partner bij Meines Holla & Partners) en Ariejan Korteweg (Volkskrant) keek ze naar lobbyen mocht het definitief tot een programkabinet komen. De stemming was niet al te positief. Zo was er de vrees dat een extraparlementair kabinet “erg grillig” kan zijn en zou de Kamer nog te onervaren zijn om goed gevolg te kunnen geven aan lange termijnbelangen. Op welke termijn de afspraken worden gaan we in de komende maanden zien. Wij blijven de ontwikkelingen volgen.
Diverse partijen stellen meer moeite met hun politieke contacten te hebben. Zo berichtte NOS dat de gefrustreerde chipsector hoopt op beter contact met de Tweede Kamer. Onderwerp van gesprek is het vestigingsklimaat. Topman Peter Wennink gooide de knuppel half maart in het hoenderhok en noemde Nederland “fat, dumb and happy” en stelde dat men “niet weet waar de toekomstige waardecreatie in de wereld plaatsvindt”. Ook zou groei voor ASML en trouwens ook Boskalis prima buiten Nederland kunnen plaatsvinden. De boodschap blijkt aan te komen want eind maart presenteert het demissionaire kabinet een miljardenimpuls voor de chipsector met de verwelkomende boodschap van minister Adriaansens dat dit soort bedrijven het geld voor Nederland verdienen. Zo slecht zijn die contacten dan misschien ook weer niet. Ellis Aizenberg, universitair docent bestuurskunde aan de Universiteit Leiden, zegt dat er sprake is van een "afhankelijkheidsrelatie" tussen het bedrijfsleven en overheid: "Dat is zo omdat de overheid afhankelijk is van het bedrijfsleven om investeringen te doen en werkgelegenheid te creëren."
Echt slecht zijn de contacten tussen de natuur en Tweede Kamer, als we Dolf Jansen mogen geloven. Hij begrijpt “dat we leven in tijden van lobby, beïnvloeding, en verdienmodellen. Maar als naar de natuur in ruimste zin niet geluisterd wordt, omdat zij niet kán lobbyen, is ze kansloos.” Zijn column kwam voort uit de beslissing van het Nederlandse kabinet om tegen de natuurherstelwet te stemmen. Volgens Jansen komt dit door de “agrolobby” die “de minister dwingt te stemmen tegen natuurherstel”. Overigens konden we in het AD wel lezen dat wetenschappers en natuurorganisaties zich hard maakten voor de wet. Niet voor niets waren zij ontevreden met de uiteindelijke keuze van het kabinet. Voor wie zelf de balans wil opmaken: Op Radio 1 besteedde WNL Haagse Lobby een uur aan het onderwerp.
Naar de programlobby
Commissielid Positionering & Communicatie Nora van Elferen schoof als partner van EPPA aan bij WNL Haagse Lobby om te spreken over lobbyen in extraparlementaire tijden. Samen met Martijn van Helvert (partner bij Meines Holla & Partners) en Ariejan Korteweg (Volkskrant) keek ze naar lobbyen mocht het definitief tot een programkabinet komen. De stemming was niet al te positief. Zo was er de vrees dat een extraparlementair kabinet “erg grillig” kan zijn en zou de Kamer nog te onervaren zijn om goed gevolg te kunnen geven aan lange termijnbelangen. Op welke termijn de afspraken worden gaan we in de komende maanden zien. Wij blijven de ontwikkelingen volgen.