Vast onderdeel van onze nieuwsbrief is de rubriek ‘Lobbyist in Daglicht’. Daarin interviewen we leden van BVPA, over wat hen beweegt, welke ontwikkelingen ze zien in PA en politiek, en wat die ontwikkelingen betekenen voor hun rol. Voor deze editie spraken we Puck Sanders, adviseur Public Affairs voor de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie.
De vorige keer spraken we Siri de Vrijer van MVO. We vroegen haar of ze ook een vraag voor jou had. Die had ze: ‘NVDE is een branchevereniging met een brede insteek. Je krijgt dus met heel veel bedrijven en organisaties te maken wier belangen niet altijd overeenkomen, en die soms zelfs tegenstrijdig zijn. Hoe ga je daarmee om?’
‘NVDE heeft inderdaad een brede achterban. We hebben zo’n 1600 leden, die als individuele organisatie lid zijn of via een branchevereniging die lid is van NVDE. Bijvoorbeeld energiebedrijven, netbeheerders, installateurs van warmtepompen, windparkbouwers, energiecoöperaties, adviesbureaus, bedrijven uit de financiële sector. Veel verschillende perspectieven dus. Toch komt het nauwelijks voor dat we er intern samen niet uitkomen. We werken namelijk vanuit een duidelijke gezamenlijke missie: de transitie naar een duurzame samenleving met een betrouwbare en betaalbare energievoorziening, zonder negatieve impact op milieu, mensen en biodiversiteit. Die missie staat in onze beginselverklaring. Iedereen die lid wordt onderschrijft hem. Dat zorgt voor commitment. Naast onze missie staan hier ook onze kernprincipes in. Bijvoorbeeld dat we ‘techniekneutraal’ zijn; zonnepanelen, windmolens of geothermie, het is allemaal goed. En dat we ageren vanuit wat goed is voor de energietransitie als geheel. In het zeldzame geval dat een compromis vinden niet lukt door uiteenlopende meningen, neemt het NVDE-bestuur een besluit over ons standpunt. Het kan ook een optie zijn om open te communiceren over de verschillende standpunten binnen de vereniging, of geen positie in te nemen.’
Je werkt al je hele carrière in de energiesector. Wat spreekt je zo aan in deze sector – en is PA in deze sector wat jou betreft een vak apart?
‘Energie is maatschappelijk en politiek zeer relevant. Ik heb een persoonlijke missie: in mijn werk bijdragen aan een duurzame wereld zonder fossiele brandstoffen. Als lobbyist kan ik dat; het is betekenisvol werk. En de energietransitie is veel meer dan alleen een technische exercitie. De transitie gaat gepaard met veranderingen aan de leefomgeving en de manier waarop we wonen, werken en reizen. Energie raakt dus veel andere maatschappelijke opgaven. Nieuwe woonwijken hebben duurzame warmte en elektriciteit nodig; hoe sluiten we die aan op het volle stroomnet en steeds vaker ook een warmtenet? Minder stikstofuitstoot vraagt deels ook om verdere verduurzaming van de industrie. Hoe kunnen we daarvoor sneller groene waterstof opschalen? Koppelingen leggen en de verbreding zoeken, dat vind ik leuk aan mijn vak.
Ik loop nu 9 jaar in de energiesector rond. Voor mijn periode bij NVDE werkte ik voor een energiebedrijf en een netbeheerder. Ik ken zowel de beleidskant als de uitvoering. Als er kabels of leidingen in de grond moeten, of je spreekt met omwonenden van een gepland windpark, dan wordt de impact van de energietransitie heel tastbaar. Voorstellen die ik doe aan politiek of beleidsmakers illustreer ik met voorbeelden uit de praktijk van wat ik hierin zelf heb meegemaakt. Daardoor kan ik effectief zijn als PA. Ik zit soms in hele technische discussies. Dan kunnen uitzoomen geeft een vastgelopen gesprek nieuwe energie: wat betekent dit allemaal en gaat dit de energietransitie helpen?’
Dit artikel wordt gepubliceerd na de Europese verkiezingen. Wat verwacht je ervan voor jouw sector? Waar liggen de kansen en bedreigingen in de volgende periode?
‘De afgelopen jaren voerde de EU een heel ambitieus klimaatbeleid. Denk aan de Green Deal en Fit- for-55. Persoonlijk volgde ik de Net Zero Industry Act en RED III, de richtlijn voor hernieuwbare energie. Die bieden kansen om vergunningsprocedures te versnellen. En dat is nodig ook. Grote projecten voorbereiden en vergunnen duurt al gauw 5 tot 8 jaar, terwijl de bouw zelf vaak binnen 2 jaar wel gefikst is. De afgelopen jaren is er al met al op EU-niveau een gedegen fundament gelegd om vanuit de Nederlandse context op voort te bouwen. De komende jaren verwachten we continuering van het huidige beleid. Punt van zorg is wel dat veel nog geïmplementeerd moet worden door de lidstaten. Daar kan vertraging ontstaan. Er komen in steeds meer landen partijen aan de macht die niet zo’n fan zijn van het klimaatbeleid.’
De energiesector heeft onstuimige jaren achter de rug. Kun je een moment noemen dat voor jou als PA voor NVDE bijzonder betekenisvol was, en dat misschien nog steeds doorwerkt?
‘Eén moment noemen is lastig. Er is de afgelopen 10-15 jaar zo ontzettend veel gebeurd… In 2013 kwam het Energieakkoord tot stand, in 2015 het Klimaatakkoord van Parijs, in 2019 het Nationale Klimaatakkoord. De oorlog in Oekraïne en de energiecrisis die daaruit ontstond hebben de transitie in een stroomversnelling gezet. Nederland moest van ver komen, maar sluit in Europa steeds meer aan bij de kopgroep. De opschaling van wind op zee is een succes en we hebben de meeste zonnepanelen per inwoner ter wereld. Sinds begin jaren 90 konden we de CO2-uitstoot met een derde terugdringen, terwijl onze economie sindsdien is verdubbeld. Afgelopen jaar was gemiddeld de helft van de elektriciteit die we gebruikten hernieuwbaar en soms zelfs alles.
Er moet nog veel gebeuren om in 2050 klimaatneutraal te zijn, maar we gaan de goede kant op en dat stemt me positief! De brede steun waarmee begin juni de nieuwe Energiewet is aangenomen is in dat licht weer een mooie mijlpaal. Er is jaren over onderhandeld, ook met ons als energiesector. De wet creëert mogelijkheden om het volle stroomnet flexibel te gebruiken, veilige gegevensuitwisseling tussen energieleveranciers, netbeheerders en klanten en kansen voor inwoners en bedrijven van Nederland om zelf actief te worden op de energiemarkt, bijvoorbeeld via energiegemeenschappen.’
Wat is voor NVDE – en voor jou als PA – het overall beeld van het nieuwe hoofdlijnenakkoord?
‘Het klimaatbeleid gaat niet door de shredder. De nieuwe coalitie zet in op meer energieonafhankelijkheid en energie van eigen bodem. Het wettelijke doel van 55% co2-reductie in 2030 is herbevestigd en het klimaatfonds blijft bestaan. De inzet blijft in feite nagenoeg hetzelfde. Dat is een geruststelling, want bedrijven werken volop aan de transitie en hebben forse investeringen gedaan. Er bestaat wel weinig oog voor de uitvoering, zoals het sneller bouwen van projecten. En het terugdraaien van de stikstofaanpak wordt mogelijk een probleem voor de woningbouw, maar ook voor onze sector. Gebrek aan stikstofruimte zorgt voor vertraging. Wij pleiten daarom voor een vrijstelling voor de energietransitie. Als duurzame energieprojecten er eenmaal staan zorgen ze namelijk voor minder uitstoot van zowel CO2 als stikstof. Gelukkig nam de Tweede Kamer onlangs met brede steun een motie aan voor zo’n vrijstelling.
We zien ook nieuwe belemmeringen. De belastingkorting op fossiele energie (aardgas, benzine en diesel) maakt fossiele energie goedkoper. Dat is een verkeerde prijsprikkel. Duurzame energie moet ook financieel gezien het aantrekkelijke alternatief zijn en blijven voor fossiel. Zo’n korting helpt dan niet. Een andere belemmering is het schrappen van de normering voor warmtepompen. De afspraak was dat iedereen vanaf 2026 de ketel moet vervangen door een hybride warmtepomp of een volledig elektrisch exemplaar. Er is dus genoeg om over in gesprek te gaan met nieuw kabinet. Wij denken graag mee vanuit de praktijk over maatregelen voor de energietransitie.’
Zou je iemand willen voordragen voor de volgende editie van deze rubriek?
‘Jan-Willem Reijrink van het Havenbedrijf Rotterdam. Hij werkt voor een hele interessante organisatie met publieke aandeelhouders en die tegelijkertijd met heel veel verschillende bedrijven in en rondom de haven moet samenwerken om succesvol te zijn. Mijn vraag aan hem is: wat zijn de belangrijkste veranderingen die jullie willen bewerkstelligen in de haven? Wat vragen die van het havenbedrijf en van jou als PA-professional? En hoe vertaalt zich dat in de gesprekken die jullie voeren met beleidsmakers, bedrijven en de politiek?’
‘NVDE heeft inderdaad een brede achterban. We hebben zo’n 1600 leden, die als individuele organisatie lid zijn of via een branchevereniging die lid is van NVDE. Bijvoorbeeld energiebedrijven, netbeheerders, installateurs van warmtepompen, windparkbouwers, energiecoöperaties, adviesbureaus, bedrijven uit de financiële sector. Veel verschillende perspectieven dus. Toch komt het nauwelijks voor dat we er intern samen niet uitkomen. We werken namelijk vanuit een duidelijke gezamenlijke missie: de transitie naar een duurzame samenleving met een betrouwbare en betaalbare energievoorziening, zonder negatieve impact op milieu, mensen en biodiversiteit. Die missie staat in onze beginselverklaring. Iedereen die lid wordt onderschrijft hem. Dat zorgt voor commitment. Naast onze missie staan hier ook onze kernprincipes in. Bijvoorbeeld dat we ‘techniekneutraal’ zijn; zonnepanelen, windmolens of geothermie, het is allemaal goed. En dat we ageren vanuit wat goed is voor de energietransitie als geheel. In het zeldzame geval dat een compromis vinden niet lukt door uiteenlopende meningen, neemt het NVDE-bestuur een besluit over ons standpunt. Het kan ook een optie zijn om open te communiceren over de verschillende standpunten binnen de vereniging, of geen positie in te nemen.’
Je werkt al je hele carrière in de energiesector. Wat spreekt je zo aan in deze sector – en is PA in deze sector wat jou betreft een vak apart?
‘Energie is maatschappelijk en politiek zeer relevant. Ik heb een persoonlijke missie: in mijn werk bijdragen aan een duurzame wereld zonder fossiele brandstoffen. Als lobbyist kan ik dat; het is betekenisvol werk. En de energietransitie is veel meer dan alleen een technische exercitie. De transitie gaat gepaard met veranderingen aan de leefomgeving en de manier waarop we wonen, werken en reizen. Energie raakt dus veel andere maatschappelijke opgaven. Nieuwe woonwijken hebben duurzame warmte en elektriciteit nodig; hoe sluiten we die aan op het volle stroomnet en steeds vaker ook een warmtenet? Minder stikstofuitstoot vraagt deels ook om verdere verduurzaming van de industrie. Hoe kunnen we daarvoor sneller groene waterstof opschalen? Koppelingen leggen en de verbreding zoeken, dat vind ik leuk aan mijn vak.
Ik loop nu 9 jaar in de energiesector rond. Voor mijn periode bij NVDE werkte ik voor een energiebedrijf en een netbeheerder. Ik ken zowel de beleidskant als de uitvoering. Als er kabels of leidingen in de grond moeten, of je spreekt met omwonenden van een gepland windpark, dan wordt de impact van de energietransitie heel tastbaar. Voorstellen die ik doe aan politiek of beleidsmakers illustreer ik met voorbeelden uit de praktijk van wat ik hierin zelf heb meegemaakt. Daardoor kan ik effectief zijn als PA. Ik zit soms in hele technische discussies. Dan kunnen uitzoomen geeft een vastgelopen gesprek nieuwe energie: wat betekent dit allemaal en gaat dit de energietransitie helpen?’
Dit artikel wordt gepubliceerd na de Europese verkiezingen. Wat verwacht je ervan voor jouw sector? Waar liggen de kansen en bedreigingen in de volgende periode?
‘De afgelopen jaren voerde de EU een heel ambitieus klimaatbeleid. Denk aan de Green Deal en Fit- for-55. Persoonlijk volgde ik de Net Zero Industry Act en RED III, de richtlijn voor hernieuwbare energie. Die bieden kansen om vergunningsprocedures te versnellen. En dat is nodig ook. Grote projecten voorbereiden en vergunnen duurt al gauw 5 tot 8 jaar, terwijl de bouw zelf vaak binnen 2 jaar wel gefikst is. De afgelopen jaren is er al met al op EU-niveau een gedegen fundament gelegd om vanuit de Nederlandse context op voort te bouwen. De komende jaren verwachten we continuering van het huidige beleid. Punt van zorg is wel dat veel nog geïmplementeerd moet worden door de lidstaten. Daar kan vertraging ontstaan. Er komen in steeds meer landen partijen aan de macht die niet zo’n fan zijn van het klimaatbeleid.’
De energiesector heeft onstuimige jaren achter de rug. Kun je een moment noemen dat voor jou als PA voor NVDE bijzonder betekenisvol was, en dat misschien nog steeds doorwerkt?
‘Eén moment noemen is lastig. Er is de afgelopen 10-15 jaar zo ontzettend veel gebeurd… In 2013 kwam het Energieakkoord tot stand, in 2015 het Klimaatakkoord van Parijs, in 2019 het Nationale Klimaatakkoord. De oorlog in Oekraïne en de energiecrisis die daaruit ontstond hebben de transitie in een stroomversnelling gezet. Nederland moest van ver komen, maar sluit in Europa steeds meer aan bij de kopgroep. De opschaling van wind op zee is een succes en we hebben de meeste zonnepanelen per inwoner ter wereld. Sinds begin jaren 90 konden we de CO2-uitstoot met een derde terugdringen, terwijl onze economie sindsdien is verdubbeld. Afgelopen jaar was gemiddeld de helft van de elektriciteit die we gebruikten hernieuwbaar en soms zelfs alles.
Er moet nog veel gebeuren om in 2050 klimaatneutraal te zijn, maar we gaan de goede kant op en dat stemt me positief! De brede steun waarmee begin juni de nieuwe Energiewet is aangenomen is in dat licht weer een mooie mijlpaal. Er is jaren over onderhandeld, ook met ons als energiesector. De wet creëert mogelijkheden om het volle stroomnet flexibel te gebruiken, veilige gegevensuitwisseling tussen energieleveranciers, netbeheerders en klanten en kansen voor inwoners en bedrijven van Nederland om zelf actief te worden op de energiemarkt, bijvoorbeeld via energiegemeenschappen.’
Wat is voor NVDE – en voor jou als PA – het overall beeld van het nieuwe hoofdlijnenakkoord?
‘Het klimaatbeleid gaat niet door de shredder. De nieuwe coalitie zet in op meer energieonafhankelijkheid en energie van eigen bodem. Het wettelijke doel van 55% co2-reductie in 2030 is herbevestigd en het klimaatfonds blijft bestaan. De inzet blijft in feite nagenoeg hetzelfde. Dat is een geruststelling, want bedrijven werken volop aan de transitie en hebben forse investeringen gedaan. Er bestaat wel weinig oog voor de uitvoering, zoals het sneller bouwen van projecten. En het terugdraaien van de stikstofaanpak wordt mogelijk een probleem voor de woningbouw, maar ook voor onze sector. Gebrek aan stikstofruimte zorgt voor vertraging. Wij pleiten daarom voor een vrijstelling voor de energietransitie. Als duurzame energieprojecten er eenmaal staan zorgen ze namelijk voor minder uitstoot van zowel CO2 als stikstof. Gelukkig nam de Tweede Kamer onlangs met brede steun een motie aan voor zo’n vrijstelling.
We zien ook nieuwe belemmeringen. De belastingkorting op fossiele energie (aardgas, benzine en diesel) maakt fossiele energie goedkoper. Dat is een verkeerde prijsprikkel. Duurzame energie moet ook financieel gezien het aantrekkelijke alternatief zijn en blijven voor fossiel. Zo’n korting helpt dan niet. Een andere belemmering is het schrappen van de normering voor warmtepompen. De afspraak was dat iedereen vanaf 2026 de ketel moet vervangen door een hybride warmtepomp of een volledig elektrisch exemplaar. Er is dus genoeg om over in gesprek te gaan met nieuw kabinet. Wij denken graag mee vanuit de praktijk over maatregelen voor de energietransitie.’
Zou je iemand willen voordragen voor de volgende editie van deze rubriek?
‘Jan-Willem Reijrink van het Havenbedrijf Rotterdam. Hij werkt voor een hele interessante organisatie met publieke aandeelhouders en die tegelijkertijd met heel veel verschillende bedrijven in en rondom de haven moet samenwerken om succesvol te zijn. Mijn vraag aan hem is: wat zijn de belangrijkste veranderingen die jullie willen bewerkstelligen in de haven? Wat vragen die van het havenbedrijf en van jou als PA-professional? En hoe vertaalt zich dat in de gesprekken die jullie voeren met beleidsmakers, bedrijven en de politiek?’