15 jaar › Mijn BVPA › Gedragscode BVPA › Contact 070 204 40 77
! Uw browser is verouderd. - Update uw browser voor optimaal gebruik van deze website.
Menu ≡
  • Home
  • Over ons ▶
    • Over de BVPA
    • Gedragscode BVPA
    • Visie op het vak
    • Bestuur
    • Commissies ▶
      • BVPA Commissie Beroepsvorming
      • BVPA Commissie Europa
      • BVPA Ethische Commissie
      • BVPA Sprekerspoule
    • Statuten en reglementen
    • Lid worden
    • Sponsoring & vacature plaatsen
  • Actueel ▶
    • Nieuws
  • Agenda
  • Kennisbank
  • Leden ▶
    • Ledenlijst
    • Lid worden
  • Vacatures
  • Contact
Ontwikkeling van het vakgebied en kennisplatform voor de beroepsgroep
  • U bevindt zich hier:
  • BVPA
  • Actueel
  • Nieuws
  • Masterclass Erik Pool: ‘Ambtelijk vakmanschap en de kunst van het tegenspreken’

Masterclass Erik Pool: ‘Ambtelijk vakmanschap en de kunst van het tegenspreken’

Masterclass Erik Pool: ‘Ambtelijk vakmanschap en de kunst van het tegenspreken’
zondag 30 november 2025, 23:57
Een ambtenaar moet staan voor het beleid dat hij uitvoert en tegenstand bieden als dat beleid onuitvoerbaar of moreel onjuist is. Dat stelde Erik Pool, programmadirecteur Dialoog en Ethiek bij de Rijksoverheid en auteur van het boek ‘Macht en Moed’ (2021) tijdens de BPVA Masterclass ‘Ambtelijk vakmanschap en de kunst van het tegenspreken’.
Pool is programmadirecteur Dialoog en Ethiek bij de Rijksoverheid en auteur van het boek ‘Macht en Moed’ (2021). Het programma Dialoog en Ethiek is bedoeld om meer ruimte te scheppen voor ‘ambtelijk vakmanschap’, hulp te bieden bij acute onderwerpen, of ambtenaren te ondersteunen die de cultuur binnen hun eigen organisatie willen veranderen. 
Tijdens de Masterclass ging Pool dieper in op dat ambtelijke vakmanschap, en wat er nodig is om ambtenaren daarin optimaal te positioneren. Daarbij betrok hij – het was immers een BVPA-bijeenkomst – ook de rol die is weggelegd voor de PA. Een verslag!
Handen uit de mouwen
Volgens Pool krijgen ambtenaren steeds vaker te maken met politieke vragen die raken aan hun taak om staatsrechtelijk te functioneren. Hij stelt vast dat ‘vrije, niet passende interpretaties’ van staatsrecht toenemen. Daarmee moeten ambtenaren hun eigen rol en hun eigen functioneren onder de loep nemen. Pool, citerend uit zijn eigen boek: ‘De dynamiek van de politiek is te ver doorgedrongen in het ambtelijk denken en doen. Daarom roep ik ambtenaren op hun functionele macht in te zetten als tegenmacht. Een zelfbewuste en op eigen kracht gestoelde ambtenarij kan de verstoorde balans binnen de overheid helpen herstellen. De rechtsstaat staat uit het lood. Onze handen moeten uit de mouwen.’

Dat betekent volgens Pool onder meer dat je als ambtenaar moet staan voor het beleid dat je uitvoert. Dat je erop aanspreekbaar bent. En dat je tegenmacht biedt als dat beleid onuitvoerbaar is. Als het juridisch niet houdbaar is, maar vooral ook als het moreel onjuist is. Hij benadrukte dat het programma Dialoog en Ethiek ontstond rond de Toeslagenaffaire, die duidelijk maakte wat er gebeurt als ambtenaren politieke besluiten klakkeloos uitvoeren.

Het Oog
Pool deelt een anekdote. Toen zijn boek verscheen, werd hij uitgenodigd door Met het Oog op Morgen om erover te komen praten. Op dat moment gebeurde iets merkwaardigs: Pool wist niet zeker of hij toestemming zou krijgen van zijn leiding, en de journalisten vonden het gek dat hij zich inderdaad zou komen uitspreken over zijn werk. Hij werd die dag drie keer gebeld door de redactie; hij kwam toch wel echt? Dus ook al vindt Pool – die inderdaad kwam - dat hij zich mag uitspreken over zijn rol, over spanningen in politiek en samenleving, en over waar de overheid steken laat vallen, dat dat ook daadwerkelijk kon was niet vanzelfsprekend.

Dat is veelzeggend. Volgens Pool heeft het ermee te maken dat ambtenaren zich als beroepsgroep niet hebben georganiseerd, geen beroepsvereniging of tuchtpraktijk hebben. Ja, ze leggen een ambtseed af, maar die is overal anders. In Amsterdam belooft een ambtenaar bijvoorbeeld zelf altijd een moreel oordeel te vellen, maar elders wordt daar niks over gezegd en is iets dergelijks sowieso niet juridisch verankerd.

Dat die afspraken er niet zijn is een groot probleem voor de beroepsgroep, volgens Pool. Er is naast wettelijke bepalingen geen ethisch kader afgesproken waarbinnen ambtenaren moeten functioneren. Ze kunnen elkaar dus ook niet aanspreken op hun functioneren, hebben niks om op terug te vallen als ze kritiek krijgen en leidinggevenden hebben geen handvatten om hun functioneren te monitoren en te bevragen.

Grondwaarde
Tot voor kort stond in de eed van Rijksambtenaren het volgende: ‘Ik zweer/beloof dat ik plichtsgetrouw en nauwgezet de mij opgedragen taken zal vervullen’. Onder toenmalig minister Bruins-Slot is die tekst verwijderd. Het volgende kwam ervoor in de plaats: ‘Ik werk in het algemeen belang voor onze samenleving en zet mij daar volledig voor in’. In de ogen van Pool sluit die nieuwe tekst veel beter aan bij de beroepsethiek van Rijksambtenaren. Voor die ethiek doet Pool een voorstel, een kader met vijf normen, dat wat hem betreft ‘niet ter discussie zou moeten staan’. 

Volgens Pool staat rechtsstatelijk, democratisch en behoorlijk handelen terecht bovenaan. Wat hem betreft moet daarin vooral inclusie tot uiting komen, als grondwaarde van ons parlementair stelsel. Een meerderheid alleen kan nooit voldoende zijn om te zeggen dat een besluit volmaakt is. Bij de uitvoering van besluiten moet het belang van minderheden altijd zwaar wegen, en nadelige effecten moet je altijd mitigeren.
 
Tjeenk Willink
Ook in de tweede norm komt het algemeen belang naar voren. Dat eist van elke ambtenaar dat hij denkt en handelt vanuit het perspectief van de burger – en van iedereen die hier verblijft, want we hebben allemaal dezelfde grondrechten. Wat doet een besluit in de samenleving? Wat zijn de effecten ervan? Zoals Pool het verwoordt: ‘Wij werken niet voor de politiek, maar voor de samenleving.’ En, Herman Tjeenk Willink citerend: ‘Je werkt niet voor de minister, maar voor het ambt van de minister’. 

Nadruk
Dan de norm die zegt dat je loyaal moet zijn aan de organisatie waarvoor je werkt. Die heeft volgens Pool te veel nadruk gekregen. Nee, een ambtenaar mag in zijn uitingen of protest de organisatie waarvoor hij werkt niet schaden. Maar loyaal zijn betekent niet: je moet altijd je minister helpen, of je wethouder uit de wind houden. De ambtenaar moet hier een moreel oordeel laten gelden en in staat gesteld worden om dat te doen.

Moreel overleg
Pool heeft nog een dringend advies, een vierde norm. Voordat je een voor anderen binnen of buiten de organisatie relevant besluit neemt als ambtenaar, moet je tenminste één collega raadplegen en er als het kan met een team goed over spreken. Zo los je blinde vlekken op, en voorkom je dat je je eigen stokpaardjes berijdt. Volgens Pool is het cruciaal dat ambtenaren deze norm niet verkwanselen. Door feiten en morele keuzes te bespreken en besluiten te toetsen aan de geldende normen voordat je ze neemt, voorkom je willekeur en functioneel kleuren van je eigen vooroordelen. Pool noemt dat ‘structureel moreel overleg’. 

De vijfde norm, tenslotte, is altijd, elke dag van belang: de waarheid en de feiten respecteren en je daar als ambtenaar ook aan gebonden weten.

Zuurstof
Het spreekt voor zich dat de belangenbehartiging in dit proces een voorname rol speelt. Een rol die zuurstof geeft aan ambtelijk vakmanschap. Pool: ‘Het zou mij veel waard zijn als de beroepsgroep tegen politici zegt: “Je bent hier wel voor het algemeen belang he!”’. 

Maar om dat overtuigend en waarachtig te kunnen doen, moet ook de public affairs-beroepsgroep zich aan de nodige regels houden. Spreek de volledige waarheid, en als je niet alle feiten kent, zorg er dan eerst voor dat je die boven tafel krijgt. Geef duidelijk aan voor welk deelbelang je opkomt en maak duidelijk waarom dit belang meegewogen moet worden. Wees bescheiden over het gewicht van het belang dat je vertegenwoordigt ambtenaren worden immers geacht jouw deelbelang mee te wegen, maar het algemene belang te dienen. Wijs ambtenaren op andere belangen die tegengesteld kunnen zijn aan jouw deelbelang, maar die vanwege het algemene belang ook meegewogen moeten worden. Wees niet bang om je eigen organisatie terug te belobbyen, zodat ook daar andere perspectieven worden meegewogen. Volg daarin je eigen morele kompas. Wees wars van manipulatie. Wees altijd volkomen transparant. Ondervang je eigen bias, door helder te zijn over je werk en over je functie. En, drukt Pool ons op het hart: ‘Pleit voor een lobbyregister. Voor jezelf en voor de samenleving’. 

 


 
Terug naar overzicht
  • Nieuws
Contact

Gerelateerd

Nieuws Agenda VacaturesDisclaimer
Beroepsvereniging voor Public Affairs
Postbus 674
2501 CR Den Haag
Tel: 070 204 40 77
Algemeen:
info@bvpa.nl

Ledenadministratie:
ledenadministratie@bvpa.nl
Disclaimer
Cookiebeleid
Website en CMS ontwikkeld door X-Interactive