Prinsjesdag: het feest van de democratie, maar voor de PA-professional toch vooral een dagje voor PR en netwerken. Het startsein voor een al te kansrijke, grootse en meeslepende lobbycampagne is het in ieder geval niet. Als je echt je punt nog moet drukken bij de begrotingsbehandelingen, heb je of al verschillende taaie (en onvoldoende succesvolle) beïnvloedingsrondes achter de rug, heb je zitten slapen, gaat het je om de langere termijn koers of is het een nummertje voor de bühne. We kennen allemaal de wijze les: de kans op beleidsbeïnvloeding neemt af naarmate het proces politieker wordt.
Ik wil de Haagse politiek daarmee voor ons vak geenszins afdoen als irrelevant. Zeker in formele zin ligt daar de macht, via het parlement wordt op tal van thema’s de koers bepaald en de agenda gezet en, ja natuurlijk, worden ook begrotingen, beleid en wetten aangepast. Maar steeds vaker kom ik, zeker in ‘mijn’ domein – in de wereld van logistiek, goederenvervoer en internationale handel – aan andere tafels uit dan die van de Haagse politiek. Uitvoering telt én het ‘grand design’ van beleid en regels. Dat brengt ons bij beleidsmakers, -uitvoerders en –handhavers: onze vrienden van de vierde macht.
Bovendien is wat er op andere politieke niveaus gebeurt aan beleidsvorming en regelgeving vaak net zo belangrijk, soms nog belangrijker. In het zogenoemde fysieke domein (ruimtelijke ordening, mobiliteit) was dit allang het geval. Fijn dat de minister een snelweg wil aanleggen. Maar vindt de gemeenteraad van Rotterdam (zeer actueel)? Sinds de grote decentralisaties geldt hetzelfde voor de belangrijk deel van de zorg. Tegenover het toenemende belang van regionaal en lokaal bestuur staat het almaar toenemende belang van Brussel, like it or not. Behoeft geen toelichting toch?
Tot slot is de participatiesamenleving ‘work in progress’. Ik vertaal ‘m even als de doe-het-zelf samenleving. Die hadden we voor een deel al, bijvoorbeeld doordat zorgbeleid voor een belangrijk deel door bijvoorbeeld de verzekeraars wordt bepaald, onderwijsbeleid door (organisaties van) de scholen zelf en mainportbeleid in sterke mate afhangt van de keuzes van quasi-autonome grootheden als Schiphol en de Port of Rotterdam. Om maar wat te noemen. Door allerlei oorzaken – daar ga ik nog een column aan wagen – zet de trend van de samenleving die zichzelf moet organiseren door. Wie opkomt voor een belang moet dan helemaal niet meer aan politieke en ambtelijke tafels zijn, maar zelf nieuwe tafels inrichten. Wat zeg ik? Het zou zomaar eens heel ander gedrag en andere vaardigheden van public affairs professionals en hun organisaties en/of klanten kunnen vragen. Zoals gezegd, daarover later meer.
Ik vier morgen vrolijk mee. Want het is met recht het Feest van de Democratie. Maar de locatie is niet per se het centrum van de macht.
Jeroen de Veth is manager collectieve belangenbehartiging bij EVO, behartiger van de logistieke belangen van 15.000 handels- en productiebedrijven in Nederland.