Wat is jouw definitie van ethiek?
Dat is gelijk een complexe vraag. Ik werk veelal in het perspectief van de bedrijfsethiek. Je kan het ook over medische ethiek hebben, maar dan heb je het over het algemeen over hele andere zaken. Voor mij gaat het om de vraag: ‘Wat is goed en aanvaardbaar gedrag?’. En dan vervolgens de vraag: ‘Wat zorgt ervoor dat mensen normafwijkend gedrag vertonen?’. Als je het hebt over ethisch gedrag heb je het vooral over gedrag dat in lijn is met bestaande normen en waarden. Het gaat echter ook om de vraag of die normen en waarden op zichzelf goed en aanvaardbaar zijn. Vandaar dat ik het wat omzichtig formuleer. In de ethiek heb je uiteindelijk 2 perspectieven. Aan de ene kant wat is goed en wat is slecht en aan de andere kant: op grond waarvan kom je dan tot die conclusie wat goed en slecht is. In de meeste gevallen zijn mensen het daar wel over eens, maar dat hoeft niet noodzakelijkerwijs altijd het geval te zijn. En dan heb je het al snel over een term die ook vaak wordt gehanteerd, en dat is de moraal. Veel mensen gebruiken die termen moraal en ethiek door elkaar, maar in normaal zit ook een culturele component. In ons land verschilt de moraal over wat goed en slecht is met die van Rusland bijvoorbeeld of Saoudi-Arabië.
Wanneer is lobbyen volgens jou onethisch?
Er zijn eigenlijk 3 belangrijke voorwaarden als het gaat om lobbyen. Er moet sprake zijn van eerlijkheid, het tweede aspect is dat er sprake moet zijn van transparantie en het derde aspect is dat er een gemeenschappelijk doel beoogd wordt door die lobbyactiviteiten. Als we kijken naar het eerste punt, betekent dat dat de lobbyist zich bijvoorbeeld niet bezig moet houden met het kopen van invloed. Dat is een belangrijk aspect: geen oneerlijke manier hanteren om invloed te krijgen. Daarbij kun je denken aan het weggeven van grote geschenken, maar er zijn voorbeelden van lobbyisten die eerder een functie hebben gehad als beleidsbepaler of beleidsvoorbereider en op basis van die relaties eigenlijk een oneerlijke positie in kunnen nemen. Dan wordt het problematisch. Maar het kan ook zijn dat er sprake is van andere relaties, bijvoorbeeld persoonlijke vriendschappen of familierelaties, waardoor de lobbyist een oneerlijk voordeel krijgt. Dat zie je bijvoorbeeld weleens in lokale politieke situaties. Eerlijkheid is dus een belangrijke eerste voorwaarde om lobbyen ethisch aanvaardbaar te maken.
Een ander aspect is transparantie: voor het publiek moet het duidelijk zijn welke acties er ondernomen worden door de lobbyist. In veel landen is er een register dat bedoeld is om duidelijk te maken hoeveel inspanningen er worden gespendeerd rondom lobby. Het is van belang dat politici inzicht geven in hun agenda, zodat duidelijk is met wie zij spreken en waar dat over gaat. Dat alles met als doel de transparantie te vergroten.
Een derde belangrijke voorwaarde is dat lobbyen ook een gemeenschappelijk doel moet dienen. Het moet als doel hebben dat de ‘common good’ van de maatschappij bevorderd wordt. Je kan het een beetje vergelijken met een advocaat die iemand verdedigt. Het dient een hoger doel en dat is een eerlijke rechtsgang, het recht op een eerlijk verdediging. Doordat er ook een tegenpartij is die de positie van een ander verdedigt, krijg je een balans. Bij lobbyisten is dat natuurlijk niet altijd het geval. Als je een sterke partij vertegenwoordigt als lobbyist, wil dat niet altijd zeggen dat er iemand is die het publiek belang verdedigt. Er kan dan een zekere onbalans ontstaan. Dit betekent dat wanneer er gelobbyd wordt, iemand moet instaan voor dat gemeenschappelijke belang.
Bij de eerste twee aspecten ligt de verantwoordelijkheid vooral bij de lobbyist, bij het derde aspect ligt die verantwoordelijkheid vooral bij diegene die het onderwerp is van de activiteiten van de lobbyist.
Welke stappen kunnen er volgens jou op politiek niveau nog gezet worden voor transparantie?
Dat is een stapsgewijs proces. Dat begint met dat lobbyist inzicht geeft in hoeveel er gespendeerd wordt aan lobby-activiteiten en dat je zicht krijgt op de omvang in geld en mensen. Maar dat is niet genoeg. De volgende vraag is: ‘Wie beïnvloedt wie?’. De derde stap waar sommige mensen voor pleiten is dat je ook moet vaststellen wat er dan besproken wordt. Maar dat gaat natuurlijk nogal ver, want dat betekent dat je die transparantie tot op het niveau van de agenda zou moeten invullen. Je kan het aantal regels laten toenemen, maar dat betekent niet altijd dat mensen zich conform de verwachtingen gaan gedragen. Er ligt ook een belangrijke verantwoordelijkheid bij de mensen die met elkaar in gesprek zijn. Het zou onverstandig zijn om heel gedetailleerd te weten wat er precies gebeurt, omdat het vaak lastig is daar de juiste interpretatie aan te geven.
Soms wordt lobbyen per definitie als onethisch gezien, ook als wél juist wordt gehandeld. Hoe kunnen we hiermee omgaan?
Ik kan me voorstellen dat dat soms merkwaardig is. Als je je ethische rechtvaardiging van je werk wil onderstrepen, is het van belang om duidelijk te maken dat je je niet bezighoudt met het kopen van invloed, maar met actief informeren, transparant zijn en het steunen van een gemeenschappelijk doel. Veelal worden lobbyisten gezien als professionals die alleen hun eigen belang verdedigen, maar dat is natuurlijk wat te simplistisch gesteld. Het kan heel goed zijn dat het belang van een oliemaatschappij bijvoorbeeld ook het belang van burgers in Europa dient. Ik denk dat het helpt om duidelijk te maken welk gemeenschappelijk doel aan de orde is. Het komt vaak in het nieuws als het misgaat. Het vakgebied ligt meer dan voorheen onder een vergrootglas. Dat komt natuurlijk door eerdere incidenten. Daardoor is soms een wat cynisch beeld ontstaan. Naast professionaliteit is ook een sensitiviteit nodig om bijvoorbeeld in te schatten thoe het grote publiek ergens over denkt. Dat publieke moraal kan strenger zijn dan het juridisch perspectief en daarmee van grote invloed zijn op het beoogde resultaat..