Esmeralda Huizen: ‘We hopen vanavond deuren te openen en te inspireren. Informeel met elkaar in gesprek te gaan. Banden aan te halen.’
Op zoek naar kansen
‘We hopen vanavond deuren te openen en te inspireren. Informeel met elkaar in gesprek te gaan. Banden aan te halen.’ Met die woorden trapte BVPA-voorzitter Esmeralda Huizen de avond af. Aan secretaris Richard Pauw vervolgens de taak om de aanwezige goede doelen voor te stellen. Het was een imposant rijtje: Straatconsulaat, Respijthuis HouseMartin, Stichting Stop (Kinderarmoede), Kinderen van de Voedselbank, Stichting Move, Stomavereniging/Stichting Darmkanker, OSCAR Nederland, Opora Foundation en Stichting Spoetnik. En het hadden er nog meer kunnen zijn: ‘Er was groot enthousiasme om hier te zijn. We zaten binnen 48 uur vol! Daar ben ik blij mee. Want voor mij is PA vooral: goed luisteren, in contact staan met de omgeving, op zoek gaan naar kansen. Het Diner biedt ons de kans om dat te doen. En eigenlijk inspireren wij niet de goede doelen – wij raken geïnspireerd door jullie.’
Vrij geld
Inspiratie gaf ook Arjen de Wit, Assistant Professor aan het Centrum voor Filantropische Studies van de Vrije Universiteit Amsterdam. Hij gaf zijn visie op het succes van goede doelen en de wisselwerking met overheidsbeleid. Het voert te ver die visie hier te herhalen, maar één aspect lichten we er graag uit: Goede doelen worden in Nederland veelal gefinancierd op basis van projectfinanciering. Het gedoneerde geld is dus vaak geoormerkt – en de financier stelt de nodige voorwaarden en heeft de nodige verwachtingen. Wat Arjen betreft werkt dit nogal eens contraproductief. Hij is pleitbezorger van meer ‘vrij geld’: vrij besteedbare financiering, zonder voorwaarden, bijvoorbeeld vanuit maatschappelijke fondsen. Dat dat kan op een succesvolle manier, wordt op dit moment al bewezen door organisaties als de Postcodeloterij (deze avond aanwezig), het Oranjefonds, Adessium Foundation en Fonds 1818. Zijn slotsom: ‘Heb vertrouwen in de plannen van je partner.’ Waarbij hij opmerkt dat het goede doel ook moet investeren in de ‘overhead’: een solide infrastructuur, opleidingsmogelijkheden, communicatie, enzovoort. In hun wil het gedoneerde geld allemaal te besteden aan het goede doel, gaan ze nogal eens voorbij aan dit aspect. Een gewaarschuwd doel telt voor twee!
Hoofdmaaltijd
Het diner-gedeelte van het Goede Doelen Diner kon hierna beginnen. De setting: aan elke tafel stelde iemand van de aanwezige goede doelen zich voor, met een concrete casus voor de andere gasten aan tafel. Het resultaat: geanimeerde gesprekken tussen de goede doelen enerzijds en de aanwezige BVPA-leden en politici anderzijds. Vanuit uiteenlopende goede doelen, elk met hun eigen benadering en uitdagingen. Maar parallellen waren ook. Zoals: hoe kom je aan tafel met de juiste persoon die jou en jouw goede doel verder kan helpen? Het is vaak uitdagend, zo bleek vanavond, om de juiste persoon te benaderen die je moet hebben in je gemeente of in Den Haag. Voordat je die persoon hebt gevonden, het kan even duren. Toch is dat cruciaal: ‘Ook al is het een doolhof: zorg dat je een goeie band opbouwt met het stadhuis. Wij hebben er lang over gedaan, maar het is ons toch gelukt om de juiste ambtenaar te vinden.’
Een tafel verder hoorden we vergelijkbare geluiden. ‘Hoe maak je contact met de gemeente? Wij moeten bij elk project weer van voren af aan beginnen. Wij zijn toch in meerdere gemeenten aanwezig dus je zou denken dat dat moet lukken, maar het is ingewikkeld.’ Mikal Tseggai, Kamerlid van GL-PvdA, had hier goeie raad: ‘Spreek de wijkmanager aan, of de wijkregisseur, of hoe die rol ook heet in jouw gemeente. Neem Den Haag: er werken hier 8000 mensen bij de gemeente. Om daarin je weg te vinden moet je echt een vast aanspreekpunt creëren.’ Aan dezelfde tafel nog een advies: ‘Organiseer kennissessies voor raadsleden en wethouders. Nodig ze uit. Vertel wat jullie doen, wat er speelt. Zo zet je jezelf op de kaart en zo kunnen ze zich een project eigen maken. En vier je successen samen met de gemeente, noem ze in je uitingen, zet ze in het zonnetje.’
Andere wereld
Het waren niet alleen de goede doelen die adviezen kregen. Ze deelden ze ook uit: ‘Ik doe graag een beroep op de maatschappelijke betrokkenheid van PA-bureaus. Als goede doelen hebben we veel meer nodig dan alleen geld. Wij kunnen jullie expertise en inzet goed gebruiken, om onze boodschap te verspreiden. Wij willen elkaar vinden.’ Dan is natuurlijk de vraag: moet het goede doel zelf de link leggen, of moet dat andersom? ‘Gewoon vragen!’ komt het antwoord, vanuit de PA. Maar dat is soms makkelijker gezegd dan gedaan: ‘Het is zo’n andere wereld voor ons en ik merk dat er verlegenheid bestaat. Zeker onder lokale goede doelen, gerund door mensen die niet altijd goed de weg weten in PA- en overheidsland. Laat staan dat de mensen voor wie ze zich inzetten dat kunnen. Er zou meer aandacht moeten zijn voor de laagdrempeligheid die daarvoor nodig is. Dat is een kwestie van inclusie, van ons de hand reiken.’
Vooroordelen
Een tafel verder stelde een organisatie zich voor die zich ontfermt over oorlogsvluchtelingen, onderzoek doet naar waar zij behoefte aan hebben. De initiatiefnemer loopt tegen weer andere, specifieke uitdagingen aan. Want als organisatie opgericht door en bedoeld voor vluchtelingen kan het moeilijk zijn om toegang te krijgen tot de Nederlandse overheid. En dan vooral in de zin van: vooroordelen die ook binnen onze overheid bestaan overwinnen, mensen ervan overtuigen dat je echt te goeder trouw bent en dat wie je bent, waar je vandaan komt of hoe oud je bent niet wil zeggen dat je niet serieus genomen moet worden. Nuttig advies, van een ervaringsdeskundige aan tafel: ‘benoem al die dingen die die vooroordelen oproepen, frame jezelf in dat daglicht, dat helpt om anderen te doen beseffen hoe belachelijk het soms kan zijn. Laat mensen voelen hoe het is om een minderheid te zijn: ‘everybody feels like a minority at some point in their life.’’ Het zijn muren die je als goed doel helaas vaak moet doorbreken, maar het kan. En ondertussen: hou je doel voor ogen!
Thierry Aartsen: ‘Dit soort bijeenkomsten zijn heel waardevol. Wij treffen als Kamerleden niet zo vaak goede doelen en de mensen daarachter op deze manier.'
Gedeelde doelen
Het is maar een greep uit de gesprekken deze avond. Na afloop overheerste het enthousiasme. Aan beide kanten van de tafel. Werd maar weer eens benadrukt dat de doelen vaak worden gedeeld, ook al zijn de invalshoeken en rollen anders. Zoals Thierry Aartsen, Tweede Kamerlid van de VVD het zei: ‘Dit soort bijeenkomsten zijn heel waardevol. Wij treffen als Kamerleden niet zo vaak goede doelen en de mensen daarachter op deze manier. Het is goed om te netwerken, om kennis te nemen van wat ze doen, en erachter te komen wat we met elkaar delen. Vaak beperkt de discussie zich tot financiering, maar het is goed om te horen wat er achter die vraag schuilgaat. Op onze eigen manier proberen we allemaal bij te dragen aan de goede zaak.’
Mikal Tseggai: ‘Ik neem mee uit deze avond dat niet iedereen de weg naar de politiek weet te vinden. Niet elk goed doel heeft een grote PA-afdeling.
Mikal Tseggai: ‘Ik neem mee uit deze avond dat niet iedereen de weg naar de politiek weet te vinden. Niet elk goed doel heeft een grote PA-afdeling. Dat hoorde ik vanavond ook: ze willen graag met ons in contact komen, maar hoe? Dat bewijst maar weer eens dat wij als politiek wat vaker lokale initiatieven moeten opzoeken. Er gebeurt zoveel goeds in ons land.’
Dan, ten slotte, een reactie van iemand die helemaal vanuit Arnhem naar Den Haag was gekomen. Van tevoren wat afwachtend, maar na afloop was hij om: ‘We zaten aan een perfecte tafel. Echt een goeie match. We zijn echt verder geholpen. En ik heb iedereen uitgenodigd om een keer bij ons te komen kijken.’
Dat Goede Doelen Diner? Dat houden we erin!