De Beroepsvereniging voor Public Affairs (BVPA) vindt het een goed idee dat er een afkoelperiode komt voor bewindslieden die de overstap naar het lobbyvak maken. Ook is de vereniging voorstander van duidelijke regels over de toegang van lobbyisten tot politiek en overheid. Tegelijk waarschuwt de vereniging voor symboolwetgeving. “Het is belangrijk om ongelijke toegang tot het openbaar bestuur te voorkomen en meer transparantie te creëren over lobbycontacten. We gaan graag in gesprek met politiek en overheid over welke regels daarvoor het meest effectief zijn”, zegt BVPA-voorzitter Paul Burm.
Eind november kondigde voormalig minister Ollongren van Binnenlandse Zaken een aantal maatregelen aan om de overstap van bewindslieden naar lobbyfuncties aan banden te leggen. Dit deed ze naar aanleiding van een motie die VOLT in de Tweede Kamer indiende. Volgens de huidige regelgeving mogen ministers en staatssecretaris na hun vertrek niet lobbyen op beleidsterreinen van hun eigen ministerie. Dit verbod wordt uitgebreid tot andere beleidsterreinen waarmee de bewindspersoon tijdens het ambt bemoeienis had. De Secretaris-Generaal van het betreffende ministerie kan op het verbod wel ontheffing verlenen; dit gebeurt dan op basis van advies van een onafhankelijke commissie.
Daarnaast komt er een afkoelperiode van twee jaar voor oud-bewindslieden. Als ze binnen die tijd een nieuwe functie aannemen, moeten ze verplicht advies aanvragen bij dezelfde onafhankelijke commissie, die toetst op mogelijke belangenverstrengeling.
Gelijke toegang
De BVPA is voorstander van een afkoelperiode voor bewindslieden, om zo de schijn van belangenverstrengeling te vermijden. BVPA-voorzitter Paul Burm: “Het is belangrijk dat alle maatschappelijke actoren gelijke toegang tot politiek en overheid hebben, of het nu bedrijven, NGO’s of andere belanghebbenden zijn. Zo kan de wetgever zich goed informeren en de beste afwegingen maken. Als een minister of staatssecretaris in zijn of haar nieuwe functie gaat lobbyen op hetzelfde beleidsterrein, ontstaat de schijn van belangenverstrengeling. Dat ondermijnt het publieke vertrouwen in het democratisch proces. Daarom is een afkoelperiode een goed idee.”
De beroepsvereniging vindt wel dat een periode van twee jaar aan de lange kant is. “We moeten niet vergeten dat bewindslieden doorgaans zeer capabele personen zijn met veel kennis en ervaring in het openbaar bestuur. Als zij twee jaar de ijskast in moeten, ontnemen wij hen de mogelijkheid om in die periode een essentiële bijdrage te leveren aan het democratisch proces. De vraag rijst of er werkelijk zo lang sprake is van mogelijke voorkennis op dossiers of persoonlijke contacten. Een onafhankelijke toetsingscommissie kan dan per geval bekijken hoe lang het lobbyverbod moet gelden.”
Geen panacee
Burm benadrukt wel dat een afkoelperiode voor oud-bewindslieden geen panacee is voor gelijke toegang tot het openbaar bestuur. “We moeten oppassen voor symboolwetgeving. Het doel van de regelgeving is om ongelijkheid te voorkomen tussen belangengroepen die een invloedrijk oud-politicus of professioneel lobbykantoor kunnen inhuren en organisaties met minder middelen en contacten. Iedereen moet op gelijke voet zijn stem kunnen laten horen. Die ongelijkheid neem je niet gelijk weg door oud-bewindslieden te verbieden om te lobbyen. De verantwoordelijkheid ligt voor een belangrijk deel bij politici en beleidsmakers zelf. Zij moeten zich altijd de vraag stellen of ze genoeg informatie hebben om een afgewogen besluit te nemen.”
De vereniging stelde onlangs een ethische commissie in die zich buigt over ethische vraagstukken, zoals draaideurpolitiek en de toegang voor lobbyisten tot politici en beleidsmakers.
Nieuwe bestuurscultuur
De BVPA steunt het voorstel een lobbyregister in te stellen. Onlangs nam de Tweede Kamer hiertoe een ingediende motie aan, wederom ingediend door VOLT. In dit register, dat de Europese Commissie ook kent, staat welke lobbyisten en belangenbehartigers toegang hebben tot politici en ambtenaren. Ook staat hierin welke politici en beleidsmakers met welke lobbyisten hebben gesproken. Burm: “Al in 2016 heeft de BVPA zich voorstander verklaard van een lobbyregister. Het bevordert het vertrouwen van de burger in de overheid, maakt het politieke proces inzichtelijker en verduidelijkt de rol van de belangenbehartiging vanuit diverse invalshoeken. Overigens is het BVPA-ledenregister voor iedereen te raadplegen. In dit register zijn ruim 600 Public Affairs-professionals ingeschreven. Daarbij is ook zichtbaar welke organisatie zij vertegenwoordigen.”
Volgens Burm is het wel van belang dat het lobbyregister een compleet beeld geeft van alle contacten die politici en beleidsmakers hebben. “Niet alleen professionele lobbyisten lobbyen, het politieke bedrijf is een komen en gaan van maatschappelijke organisaties, bedrijven en burgers die een bepaald belang behartigen. Het zou goed zijn als inzichtelijk is welke belangen zijn gehoord, en welke belangen mogelijk zijn vergeten. Wat ons betreft stellen alle overheidsorganisaties en politici hun agenda’s open, zodat duidelijk wordt met welke belangenbehartigers ze contact hebben. En dat daarnaast onder meer openbaar wordt met welke organisaties en personen politieke partijen hebben gesproken bij het opstellen van hun verkiezingsprogramma’s. Gooi het maar helemaal open, dan heb je pas écht een nieuwe bestuurscultuur!”
Gastvrije ontvangst
Burm hoopt dat er vervolgens ook een beter systeem komt voor de lobbypas. “Het huidige pasjessysteem voor de Tweede Kamer voldoet niet; het is willekeurig en onvolledig. Lobbyisten die dagelijks in de Kamer komen, moeten steeds dezelfde veiligheidsprocedures doorlopen als andere bezoekers en hebben beperkt toegang tot het gebouw. Lobbyisten vormen een belangrijk onderdeel van het politiek bedrijf. Dan ligt het voor de hand dat zij op een gastvrije ontvangst mogen rekenen, met zo weinig mogelijk tijdverlies en gedoe.”
De BVPA wil graag betrokken worden bij de uitwerking van de nieuwe lobbyregels. Burm: “Onze vereniging verwelkomt initiatieven die leiden tot meer transparantie en democratische verantwoording over contacten tussen overheid, politiek en belanghebbenden. Wij worden graag betrokken bij regelgeving die daaraan bijdraagt. Het zou dan ook heel logisch zijn dat een vertegenwoordiger van onze beroepsvereniging een rol krijgt in de onafhankelijke commissie die over de afkoelperiode van bewindslieden adviseert. Ook over andere initiatieven die ons vak beter en transparanter maken, praten we graag mee.”
Daarnaast komt er een afkoelperiode van twee jaar voor oud-bewindslieden. Als ze binnen die tijd een nieuwe functie aannemen, moeten ze verplicht advies aanvragen bij dezelfde onafhankelijke commissie, die toetst op mogelijke belangenverstrengeling.
Gelijke toegang
De BVPA is voorstander van een afkoelperiode voor bewindslieden, om zo de schijn van belangenverstrengeling te vermijden. BVPA-voorzitter Paul Burm: “Het is belangrijk dat alle maatschappelijke actoren gelijke toegang tot politiek en overheid hebben, of het nu bedrijven, NGO’s of andere belanghebbenden zijn. Zo kan de wetgever zich goed informeren en de beste afwegingen maken. Als een minister of staatssecretaris in zijn of haar nieuwe functie gaat lobbyen op hetzelfde beleidsterrein, ontstaat de schijn van belangenverstrengeling. Dat ondermijnt het publieke vertrouwen in het democratisch proces. Daarom is een afkoelperiode een goed idee.”
De beroepsvereniging vindt wel dat een periode van twee jaar aan de lange kant is. “We moeten niet vergeten dat bewindslieden doorgaans zeer capabele personen zijn met veel kennis en ervaring in het openbaar bestuur. Als zij twee jaar de ijskast in moeten, ontnemen wij hen de mogelijkheid om in die periode een essentiële bijdrage te leveren aan het democratisch proces. De vraag rijst of er werkelijk zo lang sprake is van mogelijke voorkennis op dossiers of persoonlijke contacten. Een onafhankelijke toetsingscommissie kan dan per geval bekijken hoe lang het lobbyverbod moet gelden.”
Geen panacee
Burm benadrukt wel dat een afkoelperiode voor oud-bewindslieden geen panacee is voor gelijke toegang tot het openbaar bestuur. “We moeten oppassen voor symboolwetgeving. Het doel van de regelgeving is om ongelijkheid te voorkomen tussen belangengroepen die een invloedrijk oud-politicus of professioneel lobbykantoor kunnen inhuren en organisaties met minder middelen en contacten. Iedereen moet op gelijke voet zijn stem kunnen laten horen. Die ongelijkheid neem je niet gelijk weg door oud-bewindslieden te verbieden om te lobbyen. De verantwoordelijkheid ligt voor een belangrijk deel bij politici en beleidsmakers zelf. Zij moeten zich altijd de vraag stellen of ze genoeg informatie hebben om een afgewogen besluit te nemen.”
De vereniging stelde onlangs een ethische commissie in die zich buigt over ethische vraagstukken, zoals draaideurpolitiek en de toegang voor lobbyisten tot politici en beleidsmakers.
Nieuwe bestuurscultuur
De BVPA steunt het voorstel een lobbyregister in te stellen. Onlangs nam de Tweede Kamer hiertoe een ingediende motie aan, wederom ingediend door VOLT. In dit register, dat de Europese Commissie ook kent, staat welke lobbyisten en belangenbehartigers toegang hebben tot politici en ambtenaren. Ook staat hierin welke politici en beleidsmakers met welke lobbyisten hebben gesproken. Burm: “Al in 2016 heeft de BVPA zich voorstander verklaard van een lobbyregister. Het bevordert het vertrouwen van de burger in de overheid, maakt het politieke proces inzichtelijker en verduidelijkt de rol van de belangenbehartiging vanuit diverse invalshoeken. Overigens is het BVPA-ledenregister voor iedereen te raadplegen. In dit register zijn ruim 600 Public Affairs-professionals ingeschreven. Daarbij is ook zichtbaar welke organisatie zij vertegenwoordigen.”
Volgens Burm is het wel van belang dat het lobbyregister een compleet beeld geeft van alle contacten die politici en beleidsmakers hebben. “Niet alleen professionele lobbyisten lobbyen, het politieke bedrijf is een komen en gaan van maatschappelijke organisaties, bedrijven en burgers die een bepaald belang behartigen. Het zou goed zijn als inzichtelijk is welke belangen zijn gehoord, en welke belangen mogelijk zijn vergeten. Wat ons betreft stellen alle overheidsorganisaties en politici hun agenda’s open, zodat duidelijk wordt met welke belangenbehartigers ze contact hebben. En dat daarnaast onder meer openbaar wordt met welke organisaties en personen politieke partijen hebben gesproken bij het opstellen van hun verkiezingsprogramma’s. Gooi het maar helemaal open, dan heb je pas écht een nieuwe bestuurscultuur!”
Gastvrije ontvangst
Burm hoopt dat er vervolgens ook een beter systeem komt voor de lobbypas. “Het huidige pasjessysteem voor de Tweede Kamer voldoet niet; het is willekeurig en onvolledig. Lobbyisten die dagelijks in de Kamer komen, moeten steeds dezelfde veiligheidsprocedures doorlopen als andere bezoekers en hebben beperkt toegang tot het gebouw. Lobbyisten vormen een belangrijk onderdeel van het politiek bedrijf. Dan ligt het voor de hand dat zij op een gastvrije ontvangst mogen rekenen, met zo weinig mogelijk tijdverlies en gedoe.”
De BVPA wil graag betrokken worden bij de uitwerking van de nieuwe lobbyregels. Burm: “Onze vereniging verwelkomt initiatieven die leiden tot meer transparantie en democratische verantwoording over contacten tussen overheid, politiek en belanghebbenden. Wij worden graag betrokken bij regelgeving die daaraan bijdraagt. Het zou dan ook heel logisch zijn dat een vertegenwoordiger van onze beroepsvereniging een rol krijgt in de onafhankelijke commissie die over de afkoelperiode van bewindslieden adviseert. Ook over andere initiatieven die ons vak beter en transparanter maken, praten we graag mee.”